Oh My EU (4): Boedapest

 Europa kampt met een identiteitscrisis, maar geldt dat ook voor de Erasmus-generatie? Journaliste Jana Antonissen (24) en fotografe Sanne De Wilde (30) reisden per trein door Europa om poolshoogste te nemen bij jongeren die mee de toekomst van ons oude continent uittekenen. Het audio- en videomateriaal voor deze reeks vindt u hier terug.

 

 De Centraal Europese Universiteit (CEU) in Boedapest is een van de beste ter wereld, maar wordt gefinancierd met Amerikaans geld. Een doorn in het oog van premier Viktor Orbán. Studenten over de uitholling van diversiteit en democratie in hun dierbare Hongarije. ‘Orbán verkoopt de EU uit aan Poetin.’

 

Mijn universiteit had muffe lokalen met een luid zoemende overheadprojector, schrijftafeltjes die doorzakten als je iets te veel druk op je pen zette en een cafetaria waarvan het menu al sinds de seventies niet meer vernieuwd was. Van genderneutrale toiletten met gerecycleerd toiletpapier, een zelfregulerende thermostaat, veganistische lunches en een groen dakterras met zonnepanelen was geen sprake.

En dat zijn dan nog maar een paar van de progressieve hoogstandjes waarover de Centraal Europese Universiteit (CEU) in hartje Boedapest wél beschikt.

In 1991 werd deze onafhankelijke universiteit opgericht door George Soros, een Hongaars-Amerikaanse filantroop-zakenman
en tegenwoordig ook de aartsvijand van de rechts-nationalistische premier Viktor Orbán. Pittig detail: Orbán heeft zijn Oxfordse
postgraduaat te danken aan een beurs van de Soros Foundation.

“Een deel van de gebouwen is nog geen jaar oud, het zou toch tragisch zijn als dit allemaal verdwijnt”, zegt Gáspár Békés (23), terwijl we samen vanuit de daktuin over de Donau uitkijken.

Gáspár is masterstudent Milieumanagement en -politiek, een richting die je in Hongarije alleen aan de CEU kunt volgen.

Net zoals genderstudies overigens, volgens de overheid een liberale kwaal waartegen ze reageerde door aan haar eigen universiteiten de richting ‘familiestudies’ aan te bieden.

“Het verschil tussen de Hongaarse staatsuniversiteiten en de CEU is echt enorm; de kwaliteit, maar ook de manier van onderricht”, vertelt Gáspár, die dankzij een beurs van de Soros Foundation gratis studeert. Zijn perfecte Engels met Amerikaans accent heeft hij te danken aan de twee jaren waarin hij met zijn ouders, allebei professoren, in New York City woonde.

“Daar heb ik diversiteit leren koesteren. Daarom is de CEU mij ook zo dierbaar. Als Engelstalig instituut is het de enige universiteit in Hongarije die zo internationaal is. Ook al heeft ze maar zo’n 1.500 studenten, in een gesloten, homogene samenleving zoals de Hongaarse maken die een groot verschil.”

Hij zucht, duwt zijn handen diep in de zakken van zijn beige bermuda.

“Hongarije hanteert nog steeds het Pruisische schoolsysteem. Leerlingen worden opgevoed om te gehoorzamen. De leerkracht heeft alle macht, als student voel je je allesbehalve betrokken.

“Ik ging naar de beste middelbare school van Hongarije. In 2012 werd ik geselecteerd voor de Internationale Geografie Olympiade. Ik ben afgestudeerd met 100 procent voor Engels en 96 procent voor geschiedenis, waardoor ik tot de top tien van het hele land behoorde. Maar van mijn lerares literatuur kreeg ik nooit meer dan een 6 op 10, zelfs als ik alles juist had. De slechte cijfers die ze in de klas gaf, dienden puur om me te vernederen, want op het eindrapport kreeg ik een iets beter cijfer. Dan vond ze dat ik haar dankbaar mocht zijn. Als ik er wat van zei bij de directie, haalden ze gewoon hun schouders op.

“Hier leer je op school dat succes gelijkstaat aan macht. Hoe je die macht verkrijgt, doet er weinig toe. Als onafhankelijke universiteit biedt de CEU een belangrijk tegenwicht. Het is misschien wel de enige instelling waar studenten voor zichzelf leren denken. De CEU staat symbool voor het kleine beetje democratie dat nog overblijft in Hongarije. Dat haar sluiting nu met zo’n ondemocratische, willekeurige wet wordt afgedwongen, maakt het extra schandalig.”

 

 

 

Protestbeweging

 

Afgelopen april stelde premier Orbán een nieuwe onderwijswet op die buitenlandse universiteiten verplicht ook een campus in het thuisland te hebben, een regel waar alle buitenlandse instellingen in Hongarije aan voldoen, behalve de CEU.

Het wetsvoorstel, duidelijk op maat van Soros’ universiteit gemaakt, veroorzaakte een internationale golf van verontwaardiging. In Boedapest gingen tienduizenden de straat op, en zo’n vijfhonderd gerenommeerde wetenschappers van over de hele wereld, onder wie verschillende Nobelprijswinnaars, tekenden een protestpetitie tegen Orbáns beleid.

#IstandwithCEU, de hashtag waarmee wereldwijd steun betuigd werd aan de universiteit, werd ook de naam van de zich snel ontwikkelende, door studenten geleide protestbeweging.

Gáspár richtte een I Stand With CEU Facebook-pagina op, die hij vandaag nog steeds beheert. “Zo was ik er zeker van dat de  protesten goed georganiseerd werden en dat de communicatie erover op niveau zou zijn. Niet om onbescheiden te zijn, hoor. Maar als lid van het nationale, onafhankelijke studentenparlement heb ik daar de nodige ervaring mee.

“En op die Facebook-pagina kunnen we tenminste vrijuit spreken. Want de CEU ondersteunt ons officieel niet, ze durven zich niet openlijk tegen Orbán te verzetten. Maar goed dat we nog deel uitmaken van de EU, anders zat ik nu waarschijnlijk al achter de tralies.”

Ook in het Europees Parlement kreeg de Hongaarse premier er stevig van langs. In een vlammende rede vroeg de liberale fractieleider Guy Verhofstadt zich af wat er gebeurd was met de jonge democraat die Hongarije van het communisme had gered – Orbáns partij Fidesz werd in 1988 opgericht als Verbond van Jonge Democraten, uit verzet tegen de dictatuur – en wat zijn volgende stap was: boeken verbranden van vrijdenkende schrijvers?

Na Orbáns pertinente weigering om vluchtelingen op te nemen en de onmenselijke behandeling van vluchtelingen die zich toch de Hongaarse grens over waagden, was de ‘Lex CEU’ zijn zoveelste schending van de Europese waarden. Het Europees Parlement startte daarom voor het eerst in haar zestigjarige geschiedenis een strafprocedure op, die in het extreemste geval kan leiden tot de schorsing van Hongarije als lidstaat.

In 2018 kiezen de Hongaren hun nieuwe leider. Ook als Orbán niet opnieuw verkozen wordt, is er weinig hoop voor de democratie, meent Gáspár: “Orbán is enkel het symptoom van een algemeen democratisch deficit. Hongaren hebben nooit een echte democratie beleefd. Mensen hier respecteren alleen absolute macht. Zolang we geen democratisch onderwijs hebben, zal deze samenleving steeds opnieuw voor een autoritaire leider kiezen.”

 

 

 

Picknick

 

Op het Kossuth Lajos-plein voor het parlement – in al zijn gotische uitbundigheid het duurste gebouw van Hongarije – vindt een beschaafde ‘burgerpicknick’ plaats. De zon, de opgewekte muziek en de ontspannen sfeer roepen een vakantiegevoel op. Enkel de groep gewapende politieagenten voor de ingang van het parlement wijst erop dat de picknickers hier wel degelijk zijn om te protesteren.

De Civil Picnic is een aanklacht tegen een wetsvoorstel dat ngo’s die buitenlands geld ontvangen wil verplichten zichzelf te registreren als ‘foreign agents‘. De ‘wet voor de transparantie van buitenlands gefinancierde organisaties’ is een sombere echo van de ‘foreign agent‘-wet die Poetin in 2012 invoerde. In Rusland resulteerde de wet in nog meer administratieve rompslomp en uitvoerige staatscontroles. Verschillende kritische mensenrechtenorganisaties moesten de boeken sluiten.

“Sommige paragrafen van de wet zijn gewoon letterlijk uit het Russisch vertaald”, beweert Gáspár terwijl hij ons op een fleecedekentje twee miniglaasjes van zijn zelfgestookte pálinka uitschenkt. De fruitige sterkedrank is een nationale trots die volgens de vlijtige student niet mag ontbreken bij een goede betoging “omdat Orbán geen alleenrecht heeft op het patriottisme”.

“Als je erover nadenkt, heeft Poetin waarschijnlijk ook wel iets te maken met de CEU-kwestie. Hij doet namelijk net hetzelfde in Rusland. Kijk maar naar de Europese Universiteit in Sint-Petersburg, waarvan de onderwijslicentie plots werd ingetrokken.

“Bij eerdere omstreden wetsvoorstellen die te veel publiek protest opriepen, zoals de internettaks, trok Orbán zich uiteindelijk terug, maar nu lijkt hij het been stijf te houden. De vraag is: waarom? Hij is een populist, doet alles voor de gunst van het volk. Misschien maakt dit deel uit van een groter, antiliberaal plan dat hij samen met Poetin beraamt?”

Gáspar nipt nog eens van zijn pálinka.

“Er circuleren complottheorieën die beweren dat Orbán een geheim agent voor Rusland is, en dat het altijd al zijn bedoeling was om de EU aan Rusland uit te verkopen. In ieder geval is hij een echte Darth Vader (‘Star Wars’-personage dat overloopt naar de slechte kant, JA). Van democratische redder naar autoritaire nationalist – je moet het maar doen. En de EU staat erbij en kijkt ernaar.”

 

 

 

Hippiekoppel

 

Nadat een kleurrijk hippiekoppel iedereen voorzien heeft van dikbesmeerde boterhammen met gesmolten varkensvet, een Hongaarse delicatesse, speechen afgevaardigden van verschillende ngo’s, waaronder Amnesty International. De oproepen om te blijven vechten voor een rechtvaardige, kritische samenleving worden beëindigd met enkele strijdlustige leuzen, door het hele plein mee gescandeerd. Maar of die de volksvertegenwoordigers in hun fluwelen zitjes bereiken, is maar de vraag.

Ook Gáspár vraagt zich af of manifestaties waarbij vreedzaam met de Europese vlag gezwaaid wordt nog enig effect hebben. Hij gelooft meer in burgerlijke ongehoorzaamheid: “Politici de toegang tot het parlement versperren, post-its met slogans op hun auto’s plakken, gebieden afzetten met een mensenketting; dat soort zaken. Volgens mij kan enkel een nog grotere publieke woede enig verschil maken.”

Zijn vriendinnen Katalin (26) en Miriam (28), beide CEU-alumni, zien zelfs daarin weinig heil.

Katalin: “Er zijn de laatste tijd al zo veel schandalige maatregelen doorgevoerd dat ik geloofde dat de Lex CEU de druppel was die de emmer zou doen overlopen. Maar nee, de grens van het tolereerbare wordt gewoon iedere keer wat verder opgeschoven.

“Het probleem is dat de oppositie bestaat uit pacifisten. Als de regering zonder problemen 80.000 betogers kan negeren, vraag ik me af of het echt tot geweld moet komen voor er iets verandert.”

Ik vraag de meisjes of de strafprocedure die de Europese Commissie nu is opgestart geen soelaas kan bieden. Miriam snuift verontwaardigd. “Wie straffen ze uiteindelijk het meest met hun sancties? Juist ja, het volk.”

“Ik hou van de Europese idealen zoals het vrije reizen en de idee van verbondenheid over nationaliteiten heen, maar vandaag ben ik toch vooral teleurgesteld”, zegt Katalin. “We kunnen niet op de EU rekenen om ons te redden.”

Volgens Gáspár moeten daarvoor eerst een paar dingen bij de EU veranderen. “Ik denk dat de EU strenger moet opvolgen wat er met haar geld gebeurt en meer macht moet krijgen: een federaal Europa met haar eigen leger. Ik geloof niet dat de EU uit elkaar valt. Crisis maakt deel uit van haar identiteit, kijk maar naar de geschiedenis. Euroscepsis is een fase die jonge mensen ontgroeien. Soms is een crisis juist nodig om daarna een extra stap voorwaarts te kunnen zetten.”

Wanneer alle picknickers rustig naar huis zijn vertrokken, gaat plots aan de zijkant van het parlement een poort open. Extra colonnes bewapende agenten marcheren in stilte weg langs de Donau.

Twee weken later zal het Hongaarse parlement de omstreden ngo-wet goedkeuren.

 

 

 

Aleppo

 

Yahya Al-Abdullah (32) is masterstudent Publieke Administratie aan de CEU en een oude klasgenoot van Gáspár. We ontmoeten hem bij schemeravond, wanneer Boedapest verandert in een kleurrijk Wes Anderson-decor. Aan het water drinken we een naar lokale standaarden duur drankje, bij een bar die duidelijk op maat van westerse toeristen gemaakt is.

Yahya groeit op in een bescheiden landbouwersgezin in een klein Syrisch dorpje. Op zijn veertiende verlaat hij zijn ouders en verhuist naar Aleppo, waar hij intrekt bij zijn oudere broer. Hij studeert er Engelse Literatuur en Theater, en neemt deel aan demonstraties tegen het regime van Assad.

“Het was onmogelijk om niét betrokken te raken bij het verzet”, zegt hij daar nu over. “Vredevol protesteren tegen de ‘surveillancestaat’ ging niet. Toch geloof ik niet in geweld om problemen op te lossen.”

Om aan de verplichte legerdienst te ontsnappen, verlaat hij in 2012 Syrië. “Vlak voor in Aleppo het grote geweld uitbrak.”

Hij kan in Istanboel, waar ook twee van zijn zussen wonen, aan de slag als leerkracht Engels. Zijn ouders blijven waar ze zijn, tot op de dag van vandaag. Het is zes jaar geleden dat hij hen voor het laatst zag. “Dat dorp is wie zij zijn, waar zouden ze anders heen moeten?”

Naarmate de Syrische burgeroorlog steeds heviger woedt, bekruipt Yahya in Turkije een schuldgevoel: kan hij niet méér doen voor zijn in puin liggende moederland?

“In Istanboel leerde ik uitwisselingsstudenten van de CEU kennen. Zij vertelden me dat hun universiteit studies in openbaar beleid aanbood. Ik besloot me aan te melden voor een beurs. Als ik mee de leerplannen kan uittekenen, druk ik meer mijn stempel dan wanneer ik voor de klas sta.”

Op 4 september 2015 verhuist de innemende Syriër naar Boedapest. Op dezelfde dag besluit de Hongaarse regering de duizenden vluchtelingen die in het land vastgehouden werden, naar Oostenrijk af te voeren.

“Ik wist niet wat ik zag”, zegt Yahya. “Het hele Keleti-treinstation was één grote chaos. Kinderen huilden, mensen zaten vast in kleine ondergrondse ruimtes, sliepen tussen het afval. Iedereen zag er ontzettend miserabel uit.

“Het was mijn eerste dag in Europa en dit was niet wat ik verwacht had. Ik had me Europa altijd voorgesteld als een meer progressief continent, maar hoe de Hongaarse overheid met vluchtelingen omspringt, gaat mijn verbeelding te boven.

“Omdat ik Turks, Arabisch en Engels spreek, kon ik mezelf maar beter nuttig maken. Ik probeerde de kinderen gerust te stellen, en hun ouders op de hoogte te houden van de steeds veranderende wetgeving. Samen met Migszol (een onafhankelijke organisatie die solidariteit met migranten in Hongarije nastreeft, JA) heb ik vluchtelingen van over heel de stad verzameld om hen op de bus naar Wenen te zetten.

“Na drie dagen stortte ik in. Het werd me allemaal te veel: hun verhalen over hoe ze dagenlang bijna zonder pauze gelopen hadden, hun gruwelijke voetwonden. Sommige vrouwen herinnerden me aan mijn moeder. Ik panikeerde, vroeg me af waarom ik anders was dan zij. Op een bepaald moment kon ik niets meer, behalve op een stoel voor me uitstaren. Toch heb ik snel de knop omgedraaid. Deze mensen hebben immers meer aan mijn optimisme dan aan mijn paniek.”

 

Machtsspelletje

 

In Hongarije volgt een reeks draconische immigratiemaatregelen elkaar op, met als enige doel alle vluchtelingen uit het land te weren. Orbán sluit de grens met Servië met niet één, maar twee metershoge en kilometerslange hekken.

Vluchtelingen die het toch nog wagen de grens over te steken, worden veroordeeld tot tien jaar celstraf wegens ‘terrorisme’. Sinds enkele maanden worden vluchtelingen nu ondergebracht in kampen nabij de Servische en Kroatische grens, waar ze worden opgesloten in afwachting van een definitieve beslissing over hun asielaanvraag. Bijna niemand wordt asiel verleend.

“Voor Hongarije is dit gewoon een machtsspelletje”, blaast Yahya. De plukjes wiet en tabak die klaarliggen op het lange vloeitje in zijn schoot dansen onthutst op en neer.

“Wanneer ze bekritiseerd wordt, werpt de Hongaarse overheid zich op als de beschermer van de EU. ‘Wij zorgen ervoor dat Europa niet overspoeld wordt door een oncontroleerbare instroom van illegalen’, klinkt het dan. De meeste vluchtelingen willen namelijk helemaal niet in Hongarije blijven, en dat weet de regering ook.”

Ik vraag hem wat de EU moet doen om de onmenselijke behandeling van vluchtelingen in Hongarije te stoppen. Hij zwijgt even, kijkt hoe de Donau voorbijkabbelt terwijl hij de helft van zijn joint oprookt.

“Het gaat niet om wat de EU moet doen, maar wat ze wíl doen. Dat er geen plaats is voor al die vluchtelingen is bullshit: de Europese bevolking vergrijst en haar economie is sterk genoeg om lidstaten die het minder goed doen uit de schulden te trekken. Als ze echt willen, kunnen ze best hun markt en capaciteit uitbreiden.

“In de media wordt Hongarije tot de orde geroepen, maar Orbán blijft ondertussen gewoon zijn gang gaan. Dat komt omdat de EU niet dapper genoeg is. Als Hongarije zijn grenzen opent, zouden rijkere EU-landen nog veel meer vluchtelingen moeten opvangen, en dat willen ze niet.

“Dat de EU door de dreigende sluiting van de CEU nu eindelijk een strafprocedure tegen Hongarije heeft opgestart is goed nieuws, hoewel het best cynisch is dat het lot van 1.500 studenten hen nauwer aan het hart ligt dan dat van honderdduizenden vluchtelingen. Maar ik vrees dat het weinig zal baten.

“De CEU is de grootste promotor van een open, democratische samenleving in de hele Balkan. Als zij verdwijnt, is een terugkeer naar de Sovjettijd niet meer veraf.”

Binnenkort verlaat Yahya Hongarije, waar hij naartoe gaat weet hij nog niet.

“Ik weet maar al te goed hoe het is om te leven in een autoritair regime – ik ben ervan weggevlucht. Ook hier krijg ik doodsbedreigingen als ik het opneem voor de zwakkeren. Waarom zou ik dan in godsnaam willen blijven?”