30 jaar xtc in België (2): chemisch geluk voor iedereen!

 

Het staat netjes tussen `wtf’ en `yolo’ in het woordenboek van de millennial: `xtc’. Drie decennia nadat de lovedrug verboden werd, is hij populairder dan ooit. Meer dan 2 miljoen jonge Europeanen gebruikten het voorbije jaar xtc. Voor wie niet overdreven vaak en geen al te hoge dosissen nuttigt, lijken de risico’s mee te vallen, maar de pillen worden alsmaar sterker. `Dat er geen controle is op ecstasy, is eigenlijk het grootste gezondheidsrisico.’

 

`Maak het jezelf gezellig,’ zegt Henk* in zijn krappe Amsterdamse slaapkamer. Hij vouwt zijn benen in kleermakerszit boven op het dekbed. Enkele centimeters boven zijn hoofd bungelt een dromenvanger, turven met titels als `Plants of the Gods’ en `True Meditation’ vullen de schappen aan de muur. In zijn paarse fleecetrui ziet de 58-jarige man er zelf ook erg gezellig uit. Toch is hij een drugsdealer. Eentje die `enkel aan lieve mensen’ verkoopt, zegt hij: `Ik volg maar één regel en die luidt: vertrouwen in de kosmos.’

En of hij voor dat vertrouwen beloond wordt: al meer dan dertig jaar bezorgt zijn handeltje in geestverruimende middelen hem een inkomen. Henk hoeft zelfs de deur niet uit te gaan om zijn waar aan de man te brengen. Mensen bellen hem op om te vragen of ze `op de koffie mogen komen’. Aan de telefoon doet hij geen zaken, en al helemaal niet per sms. `Ik vind het belangrijk om iemand even in de ogen te kijken, samen een momentje te creëren.’

Henk verkoopt xtc, maar ook ketamine, lsd, 2C-B, dmt, en mescaline. Aan cocaïne doet hij niet. `Dat bevordert het ego te veel, en het is te verslavend.’ Zowat de helft van zijn klanten gebruikt zijn middelen om aan spirituele zelfverkenning te doen, de anderen gaan er gewoon mee feesten. Daar oordeelt Henk niet over. `Al die mensen die elkaar op feestjes omhelzen dankzij ecstasy: dat is toch prachtig? Die drug zorgt ervoor dat je je angsten en je ego loslaat, dat je begrijpt dat alles in orde is zoals het is.’ De xtc-pillen die Henk verkoopt, zijn allemaal getest op zuiverheid en dosering. Het liefst verkoopt hij er met 160 mg werkzame stof in: als je die in twee deelt heb je een mooie, gemiddelde dosis. Maar de laatste tijd krijgt hij steeds krachtiger pillen aangeleverd en moet hij zijn klanten op het hart drukken met een kwartje te beginnen.

 

Straf spul

 

Nederland is de Europese koploper in zowel de productie als de consumptie van mdma, het actieve bestanddeel in ecstasy. Het overgrote deel van de pillen en poeders die in België verkocht worden, zijn van Nederlandse makelij, en er worden het vaakst xtc-labs opgerold in Zuid-Nederland, vlak bij de Belgische grens. Wetenschapsjournalist en filmmaker Thijs Roes, die voor het online journalistieke platform De Correspondent onderzoek doet naar het drugsbeleid van de toekomst, legt uit hoe dat komt.

Roes: «De havens van Rotterdam en Antwerpen zijn de toegangspoort tot Europa; via die weg kunnen mdma-producenten makkelijk aan grondstoffen raken. Maar het heeft ook te maken met onze volksaard: veel Nederlanders zien drugs niet als een groot probleem.»

Roes leerde Henk kennen `toen de xtc op was’, zo rond het einde van het vorige decennium. Door enkele cruciale politieacties en een strengere wetgeving op de import van mdma-grondstoffen was het een tijd van schaarste. Henk was één van de weinigen die nog het juiste materiaal in huis had.

Na de eeuwwisseling had de populariteit van xtc een duikvlucht genomen. Het gouden tijdperk van de megadancings, die dankzij de partydrug drie dagen non-stop openbleven, was voorbij. Door de verscherpte controles werd er meer en meer binnenshuis gefeest, en gebruikers stapten over op andere drugs zoals amfetamines of cocaïne. Ecstasy had een slechte naam gekregen door een stijgend aantal `xtc-doden’, veelal slachtoffers van vervuilde pillen waar geen of amper mdma in zat.

In 2008 bereikte de xtc-vervuiling een absoluut dieptepunt. PMK, de geelachtige olie waarvan mdma gemaakt wordt, werd op de lijst van streng gecontroleerde chemicaliën geplaatst. Door die strengere wetgeving werden er toen veel `xtc-pillen’ verkocht die geen mdma bevatten.

Maar sinds een viertal jaar neemt de dosis mdma in xtc opnieuw toe, bevestigt Peter Blanckaert, coördinator van het Belgian Early Warning System on Drugs. Sinds 1997 spoort die overheidsinstantie nieuwe psychoactieve stoffen en gevaarlijke samenstellingen van bestaande drugs op.

Blanckaert: «Vandaag zien we zuiverheden en doseringen die vroeger niet voorkwamen. In een gemiddelde pil zit 120 à 125 mg mdma, met uitschieters tot 340 mg. Ter info: ervaren gebruikers van xtc nemen een dosis van 1 tot 1,5 mg per kilo lichaamsgewicht als richtlijn, al kan geen enkele dosis als `veilig’ beschouwd worden.»

Ook de consumptie van xtc gaat al enkele jaren weer in stijgende lijn. Sinds 2011 is de hoeveelheid mdma in het afvalwater van bijna alle Europese steden toegenomen, meldt het European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction. Koplopers zijn Amsterdam, met bijna 80 mg mdma per 1.000 inwoners per dag in 2011 tot meer dan 160 mg in 2015, en Antwerpen, met ongeveer 60 mg in 2011 tot meer dan 80 mg in 2015.

`Xtc-gebruik verloopt volgens golfbewegingen: hoewel het een tijdlang niet meer zo populair was als tijdens de nineties, is xtc nooit helemaal weggeweest,’ legt Ton Nabben, criminoloog en drugsonderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam uit. In 2010 ver scheen van hem `High Amsterdam. Ritme, roes en regels in het uitgaansleven’.

Nabben: «Het grote verschil tussen toen en nu is dat het uitgaanscircuit gigantisch is geworden. Elke zomer kun je op zoveel festivals dansen dat je haast niet meer weet waarheen eerst te gaan. Er is ook een veel breder palet aan drugs voorhanden: nieuwe middelen zoals lachgas, GHB, ketamine, paddo’s, 2C-B, of designerdrugs als 4FA. Maar mdma of xtc gaat al dertig jaar mee. Daardoor hebben we meer inzicht in hoe je die drug `optimaal’ gebruikt. Uit elk ongeluk leerden we bij: niet te veel ineens nemen, voldoende maar ook niet te veel water drinken, af en toe uitrusten. Een keertje zo’n pilletje uitproberen is dus relatief veilig in vergelijking met veel nieuwe designerdrugs waar we nog maar weinig over weten.»

Volgens Nabben is de experimenteerdrift van de nieuwe generatie verbonden met de populariteit van de technocultuur, waardoor uitgaan weer wat ruiger werd.

 

Duracell-konijn

 

Het herenigde Berlijn trekt met haar rauwe, hedonistische clubcultuur bezoekers van overal ter wereld. Wanneer het toonaangevende DJ Mag in 2009 Berghain, een beruchte technoclub in een voormalige DDR-energiecentrale, tot `beste club ter wereld’ uitroept, wordt Berlijn ook officieel tot hoofdstad van de techno gekroond.

Het is daar dat Harold* tijdens een weekend met vrienden drie jaar geleden voor het eerst ecstasy probeerde. Harold is 33 jaar en verdient goed zijn brood als grafisch ontwerper. Hij noemt zichzelf `een kritische technoliefhebber’ en gaat zo goed als elk weekend uit, veelal in Brussel, Gent of Antwerpen, af en toe in Berlijn. Als hij en zijn vrienden gaan clubben gebruiken ze altijd iets, het liefst xtc.

Harold: «Ik ben nogal een laatbloeier: omdat ik uit een boerengat kom en sociaal een beetje onhandig ben, begon ik pas als late twintiger echt van uitgaan te genieten. Coke had ik weleens geprobeerd in Gent, maar voor ik in Berlijn kwam, was mij nog nooit xtc aangeboden. Aan bollen kleefde toch een stigma: het was vroeger vooral voor johnny’s en marina’s met malende kaken, speedjunkies.»

Maar tijdens het stappen in Berlijn had één van zijn vrienden dus een pil mee. Hij beet er zelf een kwartje af en bood Harold de rest aan. Omdat die niet begreep dat hij ook een kwartje hoort te nemen, slikte hij alles in één keer door.

Harold: «Dat was natuurlijk veel te heftig. Ik weet enkel nog dat ik met het enthousiasme van een Duracell-konijn heb staan dansen en enorm aan het zweten was. Verder herinner ik me niets meer. Maar doordat ik omringd was door mijn vrienden, ben ik niet in paniek geraakt. Zij wisten waar we mee bezig waren.» Voldoende maturiteit en verantwoordelijkheid zijn volgens Harold belangrijke vereisten voor druggebruik. Als hij nu xtc gebruikt, begint hij altijd met een kwartje en wacht daarna minstens een uur voor hij wat bijneemt, ook al voelt hij niets. Nadat hij iets heeft genomen, drinkt hij enkel nog water.

Harold: «Veel mensen hebben een verkeerd beeld van drugs, ze begrijpen niet dat je er ook op een verstandige manier mee kunt omgaan. De eerste bol van de avond nemen mijn vrienden en ik altijd samen en dan houden we elkaar in de gaten: ­ je weet nooit of iemand anders reageert dan verwacht.»

 

Slikken tegen stress

 

Ecstasy gebruiken op feestjes hoort er vandaag gewoon bij, weet Ton Nabben. Nabben: «Toen xtc voor het eerst opkwam, was de groep die ermee experimenteerde veel kleiner; vandaag is het even mainstream als cannabis. Mdma is dubbel zo populair onder hoogopgeleiden als onder laaggeschoolden, en dan voornamelijk bij blanke jongeren in verstedelijkte gebieden. Waarschijnlijk omdat het gebruik ervan zo met de vrij witte dance- en technoscene vervlochten is.»

Dat de jonge, blanke middenklasse zo massaal ja zegt tegen mdma, ziet Nabben niet als een reden tot paniek.

Nabben: «We moeten ons wat minder druk maken over drugs. Veel jongeren nemen xtc omdat het leuk is. Ze gebruiken het ter ontspanning, als uitlaatklep voor de prestatiestress. Je zou kunnen zeggen dat xtc een escapistisch middel is. Het is ook een drug die bijna uitsluitend in een sociale context genomen wordt.»

Ook Harold zegt dat zijn xtc-gebruik een vorm van levensgenieten is.

Harold: «Mensen vragen weleens of ik nood heb aan zo’n pil als ik uitga. Het antwoord is nee. Uitgaan zonder een pilletje kan ook, maar mét is veel leuker. Je raakt sneller in de sfeer: alles voelt goed, je maakt je nergens zorgen over. Je bent ook veel alerter dan wanneer je gedronken hebt. Je geniet intenser van de muziek, je kunt uren aan een stuk dansen. Maar je moet niet tegen mij komen praten: ik zit dan in mijn eigen wereld. Toch is het belangrijk dat mijn maten erbij zijn. Het gevoel van samenhorigheid is op dat moment zó sterk dat er geen woorden nodig zijn. Een glimlach of knuffel volstaat.»

Sinds Harold xtc neemt, is de ongemakkelijkheid die hij vroeger in grote groepen ervoer, helemaal verdwenen. De lovedrug heeft zijn karakter en zijn gevoelsleven veranderd.

Harold: «Dankzij xtc zijn veel van mijn remmingen weggevallen. Ik ben veel opener geworden in mijn dagelijkse omgang met mensen.»

Maar wat met de minder mooie nawerkingen van xtc? Leveren die wekelijkse dosissen chemisch geluk hem nooit een dip op?

Harold: «Vroeger gebeurde het weleens dat ik me na een stevig weekend eenzaam voelde. Ook het vooruitzicht weer te moeten gaan werken vond ik moeilijk. Maar sinds ik een vaste vriendin heb, gebeurt dat niet meer. Ik werk hard, maar ik laat mijn werk mijn leven niet bepalen. Altijd superfris en uitgeslapen rondlopen: dáár zou ik pas depressief van worden. Dan komen er veel te veel prikkels binnen.»

Hoewel hij al drie jaar lang elk weekend xtc gebruikt, heeft Harold nog steeds voldoende aan een kwart tot anderhalve pil om even van de wereld te zijn.

Harold: «Een week volstaat om weer op krachten te komen. Het kan dat de gevolgen zich pas later manifesteren: wie weet ben ik over twintig jaar compleet debiel (lacht). Tja, dan is dat maar zo.»

 

In het duister

 

In het weekend de nacht weg dansen op xtc en door de week keurig op kantoor zitten: volgens professor toxicologie Jan Tytgat van de KULeuven kan het best.

Tytgat: «In tegenstelling tot drugs die je rookt, spuit of snuift is een pil slikken veel minder schadelijk. Doordat het maagzuur een aanzienlijk deel van de toxische stof afbreekt, komt er maar een fractie van in je bloed terecht. Bij occasioneel gebruik is geestelijke afhankelijkheid nog het grootste gevaar. Maar iemand met een sterk karakter kan op een perfect gecontroleerde manier xtc gebruiken zonder daar fysieke schade van te ondervinden.»

Wim van den Brink is hoogleraar verslavingszorg bij het Academisch Medisch Centrum van de Universiteit van Amsterdam. Het aantal drugsgebruikers dat de voorbije dertig jaar hulp zocht wegens een xtc-verslaving noemt hij verwaarloosbaar.

Van den Brink: «Wettelijk gezien is xtc een harddrug, maar aangezien het verslavingsrisico nihil is, klopt dat eigenlijk niet. Op xtc wordt niet gebinged zoals dat bij tabak en alcohol wél vaak gebeurt, en het gebruik ervan is meestal sporadisch. Als mensen xtc zouden nemen om gelukkig te zijn, zouden ze snel op andere middelen moeten overstappen: al na drie opeenvolgende dagen gebruik heeft xtc geen enkel effect meer. De meeste mensen blijven ook geen xtc gebruiken: ze nemen het in de periode tussen adolescentie en volwassenheid, daarna daalt het gebruik drastisch. Ecstasy is een beetje zoals de Efteling: fantastisch, maar na een tijdje is de magie er wel af.

Midden jaren 80 was xtc nemen nog een statement. Vandaag komt er geen stoutigheid meer aan te pas. Het gebruik is zo genormaliseerd dat het eerder een gecalculeerd risico is, zoals wintersport: leuk, maar niet helemaal zonder gevaren.» Toch blijft chronisch gebruik af te raden. Want wat xtc op lange termijn met het brein doet, is nog steeds niet helemaal duidelijk. Hoewel er nog geen wetenschappelijke consensus over bestaat, worden geheugen- en concentratieproblemen, en aanhoudende psychische klachten zoals depressie geregeld genoemd als mogelijke gezondheidsrisico’s.

Van den Brink: «Vaak wordt aangenomen dat er een relatie bestaat tussen xtc en somberte en slaapproblemen. Maar de meeste studies wijzen uit dat die klachten er meestal ook al waren vóór het gebruik. Er bestaan heel weinig sluitende onderzoeken over xtc omdat het moeilijk is het gebruik ervan te isoleren: bijna altijd wordt ecstasy gecombineerd met alcohol of andere middelen.

In het Academisch Medisch Centrum hebben wij als eersten een prospectieve xtc-studie uitgevoerd waarin we gebruikers en niet-gebruikers gedurende een aantal jaar gevolgd hebben. Bij de proefpersonen die xtc namen, stelden we geen grote afwijkingen in de cognitieve functies vast. Wel was hun geheugencapaciteit minder groot dan die van niet-gebruikers, maar meestal merkten ze daar zelf niets van. De neurologische gevolgen lijken dus klein te zijn. Toch kan niemand uitsluiten dat xtc-gebruikers door hun verminderde geheugenvermogen op oudere leeftijd sneller last zullen krijgen van bijvoorbeeld dementie.»

Voor wie niet overdreven vaak en geen al te hoge dosissen gebruikt, lijken de risico’s dus mee te vallen. Maar net daar wringt het schoentje: de meeste gebruikers hebben er geen flauw benul van hoeveel mdma ze eigenlijk innemen, en of er nog andere stoffen in hun clandestien verkregen pil zitten. Dat er geen controle is op de ecstasy die circuleert, is eigenlijk het grootste gezondheidsrisico, beaamt professor Tytgat.

Tytgat: «Door de steeds hogere dosissen is het gevaarlijker geworden om xtc te gebruiken. Vroeger zat er minder mdma in een pil en was de samenstelling meer voorspelbaar. Vandaag is er veel meer variatie. Mdma blijft bovendien een amfetamine: té hoge dosissen zijn slecht voor je hartspier en doen het risico op spierafbraak stijgen.»

 

De stad opkuisen

 

Henk neemt de tijd om zijn gedachten te ordenen en spreekt met kalme stem. Maar begin over het drugsbeleid, en zijn toon verandert snel.

Henk: «In het dagelijkse leven zijn we met z’n allen aan het slaapwandelen. Ik help mensen hun bewustzijn te verruimen, maar dat heeft de overheid niet graag: die houdt het volk liever dom. Of hoe verklaar je anders dat het gebruik van alcohol wél toegestaan is en zelfs aangemoedigd wordt door reclame? Omdat ik ervoor kies tegen de dominante cultuur in te gaan, leef ik met de voortdurende angst opgepakt en opgesloten te worden. Maar als ik ooit gearresteerd word, zullen ze weinig aan mij hebben: van mijn leveranciers ken ik enkel de schakel boven mij. Ze zullen nooit het hele netwerk kunnen oprollen.»

Ook vanuit institutionele hoek klinkt het dat de war on drugs gefaald heeft. Een kruistocht tegen drugs zoals de Antwerpse burgemeester Bart De Wever (N-VA) die voert in een poging zijn stad `op te kuisen’, werkt net contraproductief, meent Tom Decorte, professor criminologie aan de Universiteit Gent en directeur van het Instituut voor Sociaal Drugsonderzoek.

Decorte: «Drugsnetwerken vallen eigenlijk niet te bestrijden: het zijn er te veel en ze verdienen zoveel geld dat ze erg inventief kunnen zijn. Door repressief op te treden pak je de vraag naar drugs niet aan. Voor elke dealer die opgepakt wordt, staan er vijf nieuwe klaar. Als er in de binnenstad streng wordt gepatrouilleerd, dan verplaatsen de dealers zich gewoon naar de buitenwijken, of naar het dark web -­ de online drugsmarkt wordt met de dag onoverzichtelijker.»

Een snelle blik op het dark web, het onderdeel van het wereldwijde web dat enkel bezocht kan worden via speciale, anonieme software zoals bijvoorbeeld Tor of Invisible Internet Project, toont dat alleen al het xtc-aanbod overweldigend is. Zo kun je op de online marktplaats Alphabay, het duistere zusje van Amazon, volledig anoniem xtc-pillen of mdma-poeder bestellen. Betalen doe je met bitcoins, gebruikers beoordelen hun aankopen en de service met recensies: `Top notch, altijd de beste trips bij deze verkoper.’ Of: `De helft van mijn pillen kwam verpulverd aan, het geld niet waard.’ Tien pillen kosten er gemiddeld 25 euro. Allemaal bevatten ze minstens 200 mg mdma.

 

Drugsrijbewijs

 

Dat de lovepill vandaag steeds strafer en dus gevaarlijker wordt, is het resultaat van een repressief drugsbeleid dat de controle verhindert of zelfs verbiedt, zeggen de deskundigen.

Roes: «Je zag hetzelfde gebeuren in de jaren 20, met het alcoholverbod in de Verenigde Staten. Op een bepaald moment was er enkel nog whisky te verkrijgen: mensen willen zoveel mogelijk waar voor hun geld. Na de dip wilden xtc-producenten indruk maken door met steeds straffere pillen te komen. Hoe meer mdma, hoe beter het product: zo wordt nu geredeneerd.»

De meerwaarde van superpillen vanaf 200 mg is dat je ze met vrienden kunt delen. Maar slik iets te veel van zo’n pil en de nacht eindigt in het ziekenhuis, en van die cruciale informatie zijn helaas niet alle gebruikers op de hoogte.

Decorte: «60 procent van het drugsbudget van onze overheid gaat nu naar repressie: de kosten voor politie en justitie om pv’s op te stellen, dealers op te sluiten, zwarte geldstromen op te speuren. 35 procent gaat naar de hulpverlening en amper 5 procent naar preventie. Het zou omgekeerd moeten zijn. Onze maatschappij heeft veel meer baat bij een drugsbeleid dat draait om sensibilisering in plaats van bestraffing. Door alle gebruikers over één kam te scheren geef je de boodschap dat druggebruik per deinitie problematisch is, maar dat is niet zo.»

Toch bevinden we ons op een kantelmoment in de war on drugs, zo toont het momenteel wereldwijd gevoerde debat over de legalisering van cannabis aan. Wiet is al toegestaan in verschillende Amerikaanse deelstaten, in Canada, Mexico, Uruguay en Colombia, en in Nederland ligt het voorstel op tafel. Als de evaluatie van de zogenoemde groene revolutie positief uitvalt, kan de discussie opengetrokken worden naar synthetische drugs.

Volgens Roes is de legalisatie van ecstasy geen utopie meer.

Roes: «Het moeilijkste aan het xtc-debat is dat het over emoties gaat in plaats van over feiten. Mensen zijn bang: heroïne en crack hebben zoveel problemen veroorzaakt dat hun schadelijke imago aan andere drugs is blijven kleven. Behalve aan de middelen die al legaal waren, zoals tabak en alcohol.

Maar een goed beleid zou juist heel wat leed kunnen voorkomen. Waarom de verkoop niet via speciale winkels met opgeleid personeel laten verlopen? En enkel aan mensen die een drugsrijbewijs kunnen voorleggen, een document dat aantoont dat je voldoende geïnformeerd bent en dat tegelijk je gebruik registreert?»

Door ecstasy vrij te verkopen moedig je gebruik aan, luidt het meest gebruikte argument van tegenstanders. Dat klopt niet, benadrukt Decorte.

Decorte: «Portugal heeft meer dan vijftien jaar geleden het bezit van alle drugs gedecriminaliseerd, en het land is daardoor geen disfunctionerend drugsparadijs geworden. Integendeel: het aantal problematische drugsgebruikers is afgenomen. Een ander voorbeeld is het methadonprogramma en spuitenruilproject voor heroïnejunkies. Ook daar heeft onderzoek aangetoond dat het gebruik niet gestegen is.»

Omdat hij vreest dat de legalisatie van eender welke drug niet voor morgen is, reikt Decorte alternatieven aan.

Decorte: «Bezit of gebruik van kleine hoeveelheden harddrugs moet gedecriminaliseerd worden. Daarnaast moet veel harder ingezet worden op harm reduction -­ schadebeperking -­ en early warning ­- mensen informeren over gevaarlijke drugs of drugstrends in het uitgaansleven. Waarom jongeren niet de kans geven om hun pilletje te laten testen? Dat moment kun je gebruiken voor een informele babbel over hun gebruik.»

 

Kwaliteitslabel

 

Niet veel mensen weten het, maar in hartje Brussel kun je wel degelijk volledig anoniem én gratis je partydrugs laten testen. Twintig jaar al zet de vzw Modus Vivendi zich in om de schade voor drugsgebruikers tot een minimum te beperken, dochterproject Modus Fiesta richt zich speciiek op de uitgaanssector. Als enigen bieden zij in België pill testing aan. Omdat het project gesubsidieerd wordt door de Franse Gemeenschapscommissie en Vlaanderen ertegen gekant blijft, is testen enkel toegestaan in Brussel en op sommige festivals in Wallonië.

Op een kille vrijdagavond wandel ik iets voor negen het Modus Fiesta-centrum in de Arteveldestraat binnen. In mijn broekzak zit een groen tabletje met een wietplantje in gegraveerd, verkregen via Harolds contactpersoon in Gent, en een roze rechthoek je met een schoppenaas, op een feestje in Brussel gekocht. Harold wist niet waar zijn pil vandaan kwam of wat erin zat, de dealer op het feest beweerde enkel met kwaliteitslabs uit Amsterdam samen te werken en beloofde 240 mg mdma per pil. Binnen spelen enkele twintigers een potje kaart op een afgeleefd bankstel, op het salontafeltje voor hen ligt een opengescheurde zak Pirato Chips. Even vraag ik me af of ik aan het verkeerde adres ben, dan begroet Bérénice Libois me. Ze is verantwoordelijk voor de tests van Modus Fiesta, een project dat het ondanks z’n maatschappelijke voortrekkersrol voornamelijk van mond-tot-mondreclame moet hebben.

Libois: «Hoewel we samenwerken met het federaal ministerie van Volksgezondheid is ons wettelijk statuut allesbehalve vanzelfsprekend. Als wij onze diensten publiekelijk zouden adverteren, kan dat snel opgevat worden als reclame voor druggebruik. Daarom zijn wij genoodzaakt discreet te blijven: drugs blijven een gevoelig onderwerp.»

In de kelder bevindt zich een minilaboratorium, inclusief man met witte jas. Per geteste pil moet een formulier ingevuld worden: waar komen de drugs vandaan, gebruik je ze wel vaker en waarom wil je ze laten testen?

Bij de 150 tests die Modus Fiesta het voorbije jaar uitvoerde, werden 17 gevaarlijke, niet voor consumptie geschikte middelen ontdekt. In het geval van xtc ging het vooral om erg hoge dosissen mdma of de aanwezigheid van schadelijke stofen als PMA. Het Belgian Early Warning System on Drugs zendt dan online een waarschuwing uit, op festivals en grote evenementen worden posters verspreid. Bérénice schraapt een beetje van beide pillen op een bordje en haalt er een pipet bij. De eerste test moet uitwijzen of de meegebrachte xtc daadwerkelijk xtc is, dat wil zeggen: of er mdma in de pillen zit. Vermengd met het afgeschraapte poeder kleurt de vloeistof uit de pipet zwart; de indicator voor mdma. Maar om uit te sluiten dat er daarnaast nog andere stofen aanwezig zijn, is een tweede, meer uitgebreide test nodig die een dik halfuur in beslag neemt. Hoewel de twee pillen uitsluitend mdma blijken te bevatten, betekent dat niet dat je ze zonder risico kunt slikken: om hun sterkte te bepalen is nóg een onderzoek nodig. Een halfje van elke pil wordt opgestuurd naar de laboratoria van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Die analyse duurt minstens een maand, en over de resultaten wordt enkel persoonlijk gecommuniceerd.

Libois: «Omdat pill testing niet enkel om de uitslag draait. Het is in de eerste plaats een ontmoeting met druggebruikers. Dat ze moeten terugkeren voor de resultaten geeft ons de mogelijkheid de conversatie verder te zetten, en in het geval van gevaarlijke middelen gebruik te ontraden. Wij willen informatie aanreiken, geen kwaliteitslabel zijn.»

 

Goede energie

 

In zijn naar patchoeli geurende slaapkamer in Amsterdam heeft Henk geen nood aan een kwaliteitslabel. Als hij zijn klanten belooft dat al zijn koopwaar keurig getest is, geloven zij hem op zijn woord. Hij haalt een dikke encyclopedie van het schap en peutert uit de met goud ingelegde rug een plastic zakje. Hij vraagt me om mijn hand en legt voorzichtig drie fuchsia tabletjes op mijn palm. Een cadeautje, `omdat de energie goed zat’.