De regenboogfamilie die Merkels mening veranderde

 

                                                                                                 © Bas Bogaerts

 

Bij de vorige verkiezingen tikte Christine Zilm haar bondskanselier op de schouder. De lesbische pleegmoeder was het beu dat Merkel zich verzette tegen het homohuwelijk ‘omwille van het welzijn van de kinderen’. Vier jaar later gaf Merkel toe dat de Zilms haar overtuigd hadden; vandaag is de Ehe für Alle een feit. ‘Toch stemmen we straks niet op Merkel.’

 

Tijdens de dikke vier uur sporen van Berlijn naar Barth aan de Oostzee, in het meest noordoostelijke hoekje van het land, tekent zich een ander, landelijker Duitsland af. Een met een hoog vakantiegehalte. In een verbazend snel tempo loopt het voorbijglijdende landschap leeg. Windmolenparken lijnen de horizon af van weides waar verder alleen een verdwaald hert huppelt.

De grootste stad in de wijde omgeving is Rostock met zijn 200.000 inwoners, vroeger de belangrijkste zeehaven van Oost-Duitsland (DDR), begin jaren 90 berucht geworden door de xenofobische rassenrellen waarbij een asielzoekerscentrum afbrandde. Verder vind je hier vooral dorpen van hooguit 10.000 inwoners, hun huizen telkens in dezelfde vrolijk vloekende fluokleuren geverfd.

Dit is Mecklenburg-Vorpommern, het kiesdistrict van Angela Merkel. En het is hier, op het dorpsplein van Barth, dat Christine Zilm (52) haar bondskanselier in 2013, vlak voor de vorige verkiezingen, op de schouder tikte.

“Op de dag dat de CDU (Christlich Demokratische Union Deutschlands, red.) hier een bijeenkomst hield, zaten wij in de tuin koffie te drinken toen plots een helikopter overvloog. ‘Dat moet die Merkel zijn’, riep ik uit. ‘Ik ga met haar praten!’ Gundula verklaarde me voor gek. Ze dacht dat ik nooit bij haar in de buurt zou geraken. Maar als ik eenmaal mijn zinnen op iets heb gezet, houdt weinig me tegen.”

Christine, haar korte kapsel even pittig als haar spreektempo, sprong op haar fiets. Bij het dorpsplein aangekomen liep ze recht op haar doel af. De voorzichtig van op een afstand bewonderende fans stak ze vastberaden voorbij. Ze gaf de bondskanselier een hand en stak meteen van wal: kon mevrouw Merkel bitte bitte ophouden het kinderwelzijn als argument aan te voeren in haar verzet tegen het homohuwelijk, en dus tegen de legale adoptie door holebi’s? Met de vijf pleegkinderen die zij samen met haar geliefde Gundula opvoedde, ging het namelijk erg goed. Bij dezen was de bondskanselier uitgenodigd om bij hun thuis eens te komen kijken.

“Want Frau Merkel, we leven toch niet meer in de middeleeuwen?”

De bondskanselier beloofde haar te bezoeken als ze opnieuw verkozen werd.

 

Geweld

 

Merkel bleef aan de macht, maar zowel het huisbezoek als de legalisering van het homohuwelijk bleven de voorbije vier jaar uit. Toen de bondskanselier afgelopen juni tijdens een televisie-interview door een man in het publiek gevraagd werd wanneer hij zijn vriend eindelijk man mocht noemen, antwoordde ze “dat het thema haar persoonlijk erg bezighield”.

Vervolgens vertelde ze dat haar ontmoeting met een lesbische vrouw en pleegmoeder van vijf uit haar kiesdistrict “een diepe indruk had nagelaten”. Om er meteen de nogal ongelukkig geformuleerde bedenking aan toe te voegen dat “als de sociale dienst liever vijf kinderen aan een holebikoppel toevertrouwt dan aan de biologische ouders die het kind misschien elke dag geweld aandoen, haar mening hierover misschien toch herbekeken moest worden”.

De socialisten, ontzet over Merkels plotse ommekeer over het thema waar zij al zo lang campagne mee voerden, eisten onmiddellijk een stemming in de Bondsdag. Nog geen week later was de zogenoemde Ehe für Alle een feit. Duitsland is daarmee een van de laatste West-Europese landen waar koppels van hetzelfde geslacht in het huwelijksbootje kunnen treden.

Sinds de eervolle vermelding van Angela Merkel kregen de Zilms al de voltallige Duitse pers – van Die Welt en Die Zeit over Bild tot de Berliner en Ostsee-Zeitung – over de vloer. “Er waren zelfs telefoontjes uit Frankrijk en New York!” De bondskanselier, die volgens de peilingen hoogstwaarschijnlijk aan het eind van deze maand aan haar vierde ambtstermijn begint, verwachten ze ondertussen niet meer.

 

Stevige rugzak

 

Dus brengen wij de Zilms het huisbezoek dat Frau Merkel hen nog verschuldigd is. In een ruim, alleenstaand huis net buiten het centrum van Barth, wonen Christine en Gundula (52 en 58) met hun vijf pleegkinderen. De jongste is 9, de oudste 18. Allen hebben ze een ‘stevige rugzak’, zoals Christine het noemt. Lennart, de jongste die al sinds hij drie dagen oud is bij haar woont, heeft behalve het syndroom van Down ook falende nieren en zwaar beschadigde darmen. Van die laatste twee handicaps was Christine niet op de hoogte toen ze Lennart onder haar hoede nam, en ze maken het leven met hem vaak extra zwaar. Maar haar jongste definitief in een tehuis laten opnemen heeft Christine nooit overwogen, benadrukt ze terwijl ze ons een royale kop koffie inschenkt.

“Jeugdzorg heeft me meermaals voor die keuze gesteld. Maar wat voor een voorbeeld zou dat naar de andere kinderen toe zijn? Sophie bijvoorbeeld was toen vijf jaar oud en leed aan een enorme bindingsangst. Door haar broertje af te staan omdat hij mij te ziek werd, had ik die angst alleen maar vergroot.”

“De zorg voor deze vijf kinderen is een meer dan voltijdse job. Verpleegsters gaan ‘s avonds naar huis, maar Feierabend (Duits begrip voor een vrije avond na het werk, red.) bestaat bij ons niet”, vult Gundula aan. Ze gebaart naar het raam, dat uitzicht biedt op een imposante hoeveelheid wasgoed die in de tuin hangt te drogen.

Wanneer de nu 14-jarige Sophie even om de hoek komt piepen, nieuwsgierig naar wie er bij haar moeders aan tafel zit, vraagt Gundula of ze niet vergeet dat ze nog een kleine snack moet eten. Met haar diepe stem, heldere blik en hoekig brilmontuur straalt ze een zekere autoriteit uit die je liever niet betwist. “De dokter heeft ons verteld dat de eetstoornis waarmee ze bij ons is aangekomen, nooit helemaal zal verdwijnen, dus moeten we goed blijven opvolgen dat ze voldoende eet.”

Christine en Gundula zijn beiden ‘EU-Rentner‘, Erwerbsunfähigkeitsrentner oftewel gepensioneerde arbeidsongeschikten. Maar dat ze hun job als pleegmoeder met veel liefde volbrengen, daar is geen twijfel over mogelijk.
Christine: “Pleegmoeder worden was altijd al mijn levenswens. Terwijl andere kinderen droomden van een carrière als brandweerman of prinses, wist ik al op mijn zesde dat ik voor vreemde kinderen wilde zorgen. Dat begrepen de schooljuffen en meesters niet zo goed. (lacht) Maar ik wilde gewoon graag geliefd zijn. Van mijn eigen moeder heb ik namelijk nooit enige bevestiging gekregen, zij verkoos altijd mijn zus boven mij. In haar ogen kon ik nooit iets goeds doen. Vandaag trouwens nog steeds niet.”

 

‘Sie sucht Sie’

 

Zowel Christine als Gundula wisten al op jonge leeftijd dat ze op vrouwen vielen, maar opgroeiend in de DDR was er geen ruimte voor dat besef.
Gundula: “Van homo’s of lesbiennes had ik nog nooit gehoord, dat bestond gewoon niet. Of dat dacht ik toen toch. Ik geloofde dat ik ziek was. Ik hield mijn verlangens goed verborgen, sprak er met niemand over. Op mijn achttiende ben ik maar meteen met een man getrouwd, in de hoop dat het dan snel over zou gaan. Dat was natuurlijk niet zo. (lacht) We kregen een zoon, maar twee jaar later was het huwelijk al voorbij.

Pas na de Wende (de val van de Berlijnse Muur in 1989, red.) begreep ik dat er nog mensen zoals ik waren. De vrijheden van het Westen bereikten ons. In de krant stonden plots zoekertjes met “Sie sucht Sie” en “Er sucht Ihn”. Maar zelfs dan duurde het nog erg lang vooraleer ik voldoende moed bijeen had geraapt om mij daaraan te wagen.”

Zo leerden Gundula en Christine elkaar negen jaar geleden niet via een krant, maar wel op een datingsite kennen.

Gundula: “Ik was eigenlijk op zoek naar iemand zonder kleine kinderen. Mijn eigen zoon was al volwassen en ik had het wel gehad met opvoeden, dacht ik. Toen ik Christine leerde kennen was ze pleegmoeder van twaalf, onder wie twee baby’s. (lacht)
“Maar ja, ik was verliefd. Ik besloot op de proef bij Christine in te trekken, om te kijken of ik het uithield met al die kinderen. Ik ben nooit meer weggegaan.”

 

 

Uit de kast

 

Meine Frau, zo noemen Gundula en Christine elkaar, met een consequente plechtigheid waarmee koppels zo’n vijftig jaar geleden waarschijnlijk naar elkaar verwezen. Officieel zijn ze eigenlijk enkel elkaar ‘levenspartners’. “Maar wie gebruikt dat woord nou? ‘Vrouw’ klinkt toch veel mooier”, vindt Christine.

“Vrijwel meteen nadat Gundula bij mij introk, hebben we ons op het stadhuis als levenspartners laten registreren. Ik vond het belangrijk om zo duidelijk mogelijk te zijn over onze verhouding; naar de kinderen, maar ook naar de buitenwereld toe.

“Ik was het beu om met geheimen te leven. Hiervoor had ik namelijk een vriendin die niet uit de kast wilde komen. Onze relatie was geheim, ook de kinderen wisten er niets van. Dus toen Gundula in mijn leven kwam, heb ik hen uitgelegd dat hun moeder op vrouwen valt en dat wij nu samen als twee moeders voor hen zouden zorgen. Ze namen dat erg goed op. Maar dat wij van de staat niet écht mochten trouwen, daar snapten ze niets van.”

Leon (16), Sophie (14) en Lara (12) schuiven mee aan tafel. Behoedzaam en ietwat verlegen eerst, dan blijken ze best graag hun zegje te willen doen over de zogenoemde Regenbogenfamilie waarin ze leven.

“Soms vind ik het wel een beetje moeilijk, zo als enige jongen (Lennart is te zwaar gehandicapt om mee te kunnen praten, red.) tussen al die vrouwen”, geeft Leon toe. “Druk ook.”
“Saai wordt het hier inderdaad nooit”, grinnikt Gundula.

“In het begin lachten de andere kinderen op school me weleens uit omdat ik twee mama’s heb”, vervolgt Leon. “Maar zodra ik uitgelegd had hoe dat kwam, zijn ze daarmee gestopt. Nu is het oké, iedereen is eraan gewend.”

Sophie: “Wij zijn iets bijzonders. Want weet je, wij hebben eigenlijk geen twee, maar zelfs drie moeders. Mijn schoolvrienden hebben een mama en papa, maar wij hebben geen papa nodig. Wij hebben Gundi.”

Wat dan het beste is aan meer dan één moeder hebben, wil ik weten.

“Minder gedoe”, gelooft Sophie. “Papa’s maken meer ruzie, worden sneller boos. Hier wordt nooit gescholden of geschreeuwd.”

Christine: “Sommige mensen beweren dat het voor een kind beter is om bij zijn biologische ouders op te groeien. Ik kan je vertellen dat dat zeker niet altijd zo is. Al 25 jaar ben ik nu Pflegemutti. Wel honderd kinderen heb ik in pleegzorg gehad, op dagbasis veelal, maar verschillende kinderen woonden voor deze vijf hier ook bij me in.
“Het gaf me een goede inkijk in behoorlijk wat kinderbiografieën. Je wilt niet weten hoe vaak ik Jeugdzorg gesmeekt heb om een kind nooit meer terug naar zijn biologische ouders te sturen. Daar was gewoon al zoveel kapotgegaan.”

 

Strijd om brons

 

De stemming over het homohuwelijk volgde de hele regenboogfamilie samen live op televisie. “Joepie, nog een trouwfeest!”, jubelden de kinderen wanneer bekend werd dat een grote meerderheid vóór had gestemd. Zelfs de uiteindelijke tegenstem van Merkel kon de feestvreugde niet bederven.

“Dat was tactisch gespeeld natuurlijk”, meent Gundula. “Ze wilde haar conservatieve achterban niet tegen zich in het harnas jagen.”

Het voornaamste is dat ze nu eindelijk officieel kunnen trouwen. Komende februari is het zover. Ook Frau Merkel zal alsnog een uitnodiging toegestuurd krijgen.

Maar op de stem van de Zilms hoeft ze bij de Bundestagswahl van volgende week niet te rekenen. “De CDU is ons te conservatief”, verklaart Gundula. Zij stemt liever op een kleinere partij. Zo vindt ze bepaalde door het communisme geïnspireerde ideeën van Die Linke, zoals bijvoorbeeld de nationalisatie van belangrijke industriesectoren, “ganz vernünftig“. Christine daarentegen heeft nog geen partij gevonden waar ze zich volledig achter kan scharen.

Door Merkels duidelijke poleposition lijkt de strijd om het leiderschap van Duitsland misschien allesbehalve spannend te worden, dé vraag voor de komende verkiezingen is echter wie na de SPD op de derde plaats eindigt, en dus hoe de Duitse regeringscoalitie er na 24/9 zal uitzien. Vier kleinere partijen komen voor die bronzen medaille in aanmerking: Die Linke, Die Grünen, de liberale Freie Demokratische Partei (FDP) en de rechts-populistische Alternative für Deutschland (AfD).

De CDU liet eerder al weten niet samen met Die Linke of AfD te willen regeren, wat die partijen in het geval van een derde plaats de sterke rol van oppositieleider zou opleveren.

Gundula: “Als je hier wat verder door de kleinere dorpen rijdt, zie je alleen maar plakkaten van AfD. Ik ben bang dat die daar heel goed gaan scoren. Ze beloven van alles dat ze toch niet kunnen waarmaken: de Duitse Mark opnieuw invoeren, meer geld voor traditionele families, en natuurlijk de grenzen sluiten.”

 

Vluchtelingendeal

 

Ondertussen komt de kritiek op de Willkommenskultur van Merkel lang niet meer uitsluitend van rechts. Langs linkerzijde wordt de bondskanselier niet zozeer kwalijk genomen dat ze in 2015 de grenzen opende voor honderdduizenden vluchtelingen, wél dat ze haar “Wir schaffen das” niet helemaal waargemaakt zou hebben. ‘Bedrijft Merkel nog Merkels vluchtelingenpolitiek?’, zo kopte Die Zeit onlangs. Terwijl ze door de internationale links-liberale gemeenschap gevierd werd als “leidster van het vrije Westen”, heeft Merkel er namelijk in alle stilte wel alles aan gedaan om het aantal asielzoekers dat naar Duitsland komt, te verminderen. Zo sloot ze de omstreden vluchtelingendeal met Turkije, en stond ze oogluikend toe dat landen als Hongarije en Oostenrijk, maar ook Denemarken en Zweden, hun grenzen sloten of – in het geval van die eerste twee – zelfs hekken bouwden.

“Dat Merkel daar niet consequenter is geweest en de andere Europese landen wat strenger tot de orde heeft geroepen, begrijp ik niet. Als die landen graag deel willen uitmaken van de Europese Unie, moeten ze ook haar waarden en regels naleven”, zegt Gundula.

Toch vinden ook de Zilms dat Merkel veel te veel vluchtelingen in Duitsland heeft verwelkomd, “zonder twijfel”.

Gundula: “Er was amper controle, het overzicht was compleet zoek. Veel vluchtelingen verbleven ongeregistreerd in Duitsland omdat de migratiediensten overbevraagd waren, maar velen waren ook gewoon zonder identiteitspapieren gekomen. Dan zeiden ze dat ze van Syrië waren, maar God weet of dat waar is.

“In diezelfde periode heb ook ik Merkel ontmoet, toen ik omwille van mijn sociaal engagement verkozen was tot Vrouw van het Jaar voor de regio Mecklenburg-Vorpommern. Ze wist wie ik was. ‘U ben ik nog een huisbezoek verschuldigd’, zei ze. Ik heb van de gelegenheid gebruikgemaakt om haar te laten weten hoe ik over haar Willkommenskultur dacht: Frau Merkel, vroeg ik haar, wie weet hoeveel terroristen we zo in het land gehaald hebben?”

Bang voor een aanslag in Barth zijn de Zilms niet, “maar ik vraag me wel af hoe lang Duitsland nog Duits blijft”, poneert Christine plots. “Ik bedoel dat niet op een AfD-achtige manier, maar ik vind het belangrijk dat als immigranten zich hier blijvend vestigen, ze ook de Duitse waarden en gebruiken leren, en die respecteren.”

Over welke waarden en gebruiken heeft ze het dan zoal?

Gundula valt Christine bij. “Met Kerstmis las ik in de krant dat in Berlijn sommige kerstmarkten vanaf nu verplicht ‘wintermarkten’ genoemd moeten worden, om de niet-christelijke buurtbewoners niet voor het hoofd te stoten. Dat is toch je reinste onzin.”

Christine: “Als ik iemand uitnodig om bij mij in te trekken, is het toch ook normaal dat ik bepaal onder welke voorwaarden dat gebeurt? Ik ben zelf nog nooit in het buitenland geweest, maar stel dat ik naar Egypte verhuis, dan pas ik me toch ook aan?”

Want dat het de taak van Europa is om mensen in nood op te vangen, daar zijn ze het allebei wel roerend mee eens.

“Maar dan moet onze overheid zich wel meer om hen bekommeren dan ze nu doet. Ofwel help je helemaal, ofwel niet. Aan alles daartussen heeft niemand wat. En als Duitsland echt wil helpen, dan moet het hele systeem herdacht worden. De administratieve wegen moeten eenvoudiger. Als wij daar al regelmatig in verloren lopen, hoe kunnen nieuwkomers zich hier dan ooit echt thuis voelen?”, vraagt Christine zich af.

 

Ambtenarees

 

Zo maakt de beruchte Duitse bureaucratie ook het leven van hun nieuwe Syrische vrienden een pak ingewikkelder dan nodig. Sinds die historische herfst van 2015 wonen er namelijk ook in Barth vluchtelingen. Onder hen ook de familie Hussein uit Syrië, van wie de jongste naar dezelfde school gaat als de jongste pleegdochter van de Zilms. Gundula hielp hen met het papierwerk van de inschrijving en geraakte zo nauw met de familie bevriend. Vandaag regelt ze nog steeds hun hele administratie, rijdt hen naar Berlijn als er weer eens een handtekening van de Syrische ambassade nodig is, of om samen in de groothandel goedkoop bulgur in te slaan.

“De moeder is een erg intelligente vrouw, kan perfect Duits en heeft nu eindelijk werk gevonden als opvoedster. De vader heeft het moeilijker om de taal onder de knie te krijgen; hij volgt nu al zijn derde cursus. Maar met zijn 59 jaren is hij eigenlijk sowieso te oud om hier nog een baan te vinden. Hun oudste dochter studeert voor arts, en de middelste haalt topscores in de humaniora. Een voorbeeldfamilie, zou je denken, en toch ontbreekt het hen op cruciale momenten aan ondersteuning van de staat”, vertel Christine.

Gundula: “Onlangs was de moeder per ongeluk te veel uitbetaald. Ze ontving van het Arbeitsamt vier pagina’s in van die onmogelijke ambtenarentaal. Begin er maar aan. Zelfs ik heb eerst twee telefoontjes moeten plegen voor ik begreep wat er nu eigenlijk van haar gevraagd werd.

“Soms lijkt ook gewoon de willekeur te heersen. Zo had ik gezorgd dat alle benodigde documenten voor hun dochter Jara’s reispas meer dan vier maanden voor haar schoolreis op de dienst migratie lagen. Maar om God weet welke reden zijn ze er toch niet in geslaagd haar die pas te bezorgen. Dus nu mag de primus van de klas niet mee naar Zweden. Dat vind ik treurig.”

 

Bondgenoten

 

Rond de nek van Christine en Gundula bungelt eenzelfde zilveren kettinkje met een Arabisch teken aan: een cadeautje van hun nieuwe Syrische vrienden. Als bedankje voor alle hulp? “Nee nee, voor onze verjaardag. Wij zijn ondertussen zoals familie voor elkaar.”

Want net zoals je vandaag pleeg- en regenboogfamilies hebt, bestaan er ook zelfgekozen bondgenotenfamilies. De Zilms pleiten niet alleen voor een modernere opvatting van het begrip ‘familie’, maar ook voor een herziening van de algehele Duitse familiepolitiek; nog zo’n bureaucratisch struikelblok in Duitsland.

“Neem nu het kindergeld: dat is in elke deelstaat anders geregeld. Pleegouders krijgen sowieso minder dan biologische ouders, een behoorlijk ouderwetse instelling. Maar onlangs vernam ik dat wij vanaf nu plots 8 euro minder per maand zullen krijgen. Terwijl Mecklenburg-Vorpommern sowieso al de deelstaat met het laagste kindergeld is. Ik zou het niemand aanraden om hier pleegouder te worden”, glimlacht Gundula wrang.

Overwogen ze al om te verhuizen naar een deelstaat met een gunstiger kindergeldbeleid?

“Natuurlijk niet. Waar zouden we heengaan? Hier voelen we ons thuis.”

“De kinderen krijgen van ons het laatste hemd”, vult Christine aan. “Want wat betekent het uiteindelijk om spaarzaam te leven als je je levensdroom kunt waarmaken?

“Maar ja, mevrouw Merkel heeft natuurlijk zelf geen kinderen. Het moet voor haar niet simpel zijn om familiepolitiek te bedrijven.”

“Misschien moet Merkel gewoon maar eens op pensioen gaan. Het is tijd voor nieuw bloed in de Bondsdag”, besluit Gundula. “Het is natuurlijk de vraag of de andere partijen het uiteindelijk echt zoveel beter zouden doen. Zoals wij in het Duits graag zeggen: man weiß was man hat, aber nicht was man bekommt; je weet wat je hebt, maar je weet nooit wat je krijgt.”