“Een goed gevecht is beter dan seks”

 

 

Vergeet de bezopen Britten;
’s werelds meest gevreesde voetbalsupporters komen uit Rusland. Dat die hooligans goed georganiseerde vechtmachines zijn, bewezen ze al op het EK. Toch verwachten experts geen 
al te grote incidenten op het WK. ‘Poetin zal er alles aan doen om ze onder controle te houden.’

 

Spierbundels als van een rund op steroïden, de hand-oogcoördinatie van een professionele bokser, en bovenal bloednuchter: de Russische hooligans die tijdens het EK Voetbal in 2016 meer dan 100 Engelse supporters het ziekenhuis in sloegen, verbaasden vriend en vijand. Dit was hooliganisme van een nieuw niveau. Het geweld tegen de Engelsen was zo goed gecoördineerd dat het wel een militaire operatie leek.

 

Op de aantijgingen dat de Russische hooligans naar Marseille gekomen waren met de intentie om bloed te vergieten, reageerde Vladimir Markin, voormalig woordvoerder van Ruslands Nationaal Onderzoekscomité, schamper. “Wanneer ze een echte man zien, die eruitziet zoals het een man betaamt, zijn ze verbaasd”, zo schreef hij op Twitter. “De enige ‘mannen’ die zij daar te zien krijgen, zijn die op de gay pride.”

 

Markin was lang niet de enige Russische politicus die het extreem gewelddadige gedrag van hooligans vergoelijkte. Igor Lebedev, die toen voor de extreemrechtse Liberaal-Democratische Partij in de Doema zetelde, ging zelfs zover om de hooligans een pluim te geven: “Er is niets mis met fans die vechten. Integendeel; doe zo voort, jongens!”

 

Aanvankelijk sneerde ook president Poetin dat het toch opmerkelijk was dat een kleine groep Russische supporters in staat was ‘duizenden’ Engelsmannen een kopje kleiner te maken. Maar naargelang de internationale verontwaardiging en verontrusting over Ruslands rol als gastland voor het WK van 2018 toenam, veranderde de president zijn toon. Hij benadrukte publiekelijk dat Rusland zou leren van ‘de Franse ervaring’, en “er alles aan zou doen om de veiligheid van haar gasten te garanderen”. Zo kreeg de Russische politie een heleboel nieuwe bevoegdheden die het mogelijk maakten om zelfs tegen lichte overtredingen, zoals het afsteken van vuurwerk tijdens een voetbalmatch, op te treden als was het een daad van terrorisme.

 

Sovjet-hooligans

 

Hoe ontwikkelde het hooliganisme zich in Rusland, waar alle harten decennialang al dan niet verplicht donkerrood kleurden, tot een wereldwijd gevreesde paracommandogroep met extreemrechtse sympathieën?

 

Ook in de Sovjet-Unie liepen al hooligans rond. “De voetbaltribune was een belangrijke vrijhaven, een plek waar je even aan het regime kon ontsnappen”, vertelt de Nederlandse schrijver en journalist Friso Schotanus, die met Toen was geweld nog heel gewoon (2017, Atlas Contact) een boek over de historische evolutie van het hooliganisme schreef. “In de DDR bijvoorbeeld durfden supporters bij een vrije trap met ‘muurtje’ weleens “Die Mauer muss weg!“scanderen.

 

Bovenal werden in het voetbalstadion ook nationalistische spanningen botgevierd. Zo hadden de teams van Dynamo Kiev en Spartak Moskou al in Sovjet-tijden een grote aanhang van hooligans die regelmatig met elkaar op de vuist gingen.”

 

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie gaf de plotse beschikbaarheid van internationale informatie het hooliganisme een boost in zelfvertrouwen: gebaseerd op het Engelse model organiseerden radicale Russische supporters zich nu ook per voetbalteam in zogenoemde hooligan ‘firms’; een verwijzing naar het Britse slangwoord voor criminele bendes.

 

Terwijl in West-Europa de jaren 90 stonden voor een strenger gereglementeerde supporterscultuur, onder andere als reactie op het Heizeldrama, kon het hooliganisme in Rusland bij gebrek aan officiële wetgeving steeds extremere en racistischere vormen aannemen.

 

“Hooligans zetten zich af tegen het systeem, maar je mag niet vergeten dat de context in Rusland heel anders was dan bij ons. Niet links, maar extreemrechts was toen rebels”, legt Sébastien Louis, geschiedkundige, socioloog en auteur van Ultras, les autres protagonistes du football (Mare & Martin, 2017) uit.

 

Na het incident in Marseille en de initieel lakse of zelfs waarderende respons van de Russische regering, vroegen verschillende internationale media zich hardop af in hoeverre politiek en hooliganisme met elkaar verstrengeld zijn in Rusland. In de BBC- documentaire Russia’s Hooligan Army werd zelfs gesuggereerd dat de amokmakers in Marseille door Poetin zelf op pad gestuurd waren.

 

Een stevige uitspraak waar alsnog geen bewijzen voor zijn, wel is bekend dat extreemrechtse politici op verschillende niveaus geregeld gratis bussen en tickets voor hooligan firms regelen, in de hoop zo nieuwe kiezers te winnen.

 

Desondanks worden Russische hooligans niet rechtsreeks door politieke partijen gecoördineerd, meent Louis. “Banden tussen politici en hooligans bestaan ook in andere landen. Beide partijen profiteren uiteraard van elkaar, maar als het erop aankomt zijn die hooligans door hun gebrek aan politieke agenda niet geïnteresseerd om zich voor de kar van een partij te laten spannen. Daar is hun wereldbeeld te simplistisch voor; waardoor zij uiteindelijk ook te radicaal zijn voor de meeste politici.”

 

Neonazi’s

 

Toch gebeurt het dat rechts-radicalen erin slagen hooligans te mobiliseren voor hun politieke doeleinden. Een berucht voorbeeld daarvan zijn de rellen op het Manezhnaya-plein in Moskou in 2010, toen duizenden hooligans samen met neonazigroeperingen migranten en politie aanvielen. “Qua schaal was dat wel een uitzondering”, nuanceert Julia Glathe, wetenschappelijk medewerkster aan het Oost-Europa Instituut van de Vrije Universiteit Berlijn, die al jaren onderzoek doet naar radicalisering bij Russische voetbalfans.

 

“In de eerste plaats gaat het die neonazistische groeperingen om de verspreiding van hun gedachtengoed; zieltjes winnen om het overleven van een verboden beweging verzekeren. De bereidheid van hooligans om te vechten past handig in hun narratief van de strijd voor het blanke ras, dat zij als bedreigd beschouwen.”

 

Maar de neonazistische invloed op de supporterscultuur is geen uniek Russisch fenomeen. “Westerse media schilderen Russische supporters graag af als extreme barbaren, maar ook in bijvoorbeeld de Duitse hooliganscene gebeuren op dit moment erg verontrustende dingen; zij het minder zichtbaar. In Rusland kan een zwarte speler nog bananen naar zijn hoofd gesmeten krijgen, doordat de overheid voetbalstadions pas later is gaan reglementeren dan bij ons.”

 

Volgens Glathe schuilt het grootste gevaar vooral in internationale verbindingen tussen radicale supportersnetwerken. Al enige tijd volgt zij de socialemediakanalen en websites van Russische supporters op de voet. Op de meest bezochte site ‘Fans Edge’ is de toon overduidelijk rechts, indien niet extreemrechts.

 

“Erg verontrustend is dat openlijk neonazistische groeperingen, zoals bijvoorbeeld Wotan Jugend, die actief het gewelddadige fenomeen van de white wagons (waarbij gemaskerde mannen van Slavische afkomst iedereen op hun tram- of metrostel afranselen die er anders uitziet, JA) aanprijzen, er geregeld een platform krijgen.”

 

 

 

 

Samen met de radicalisering van de Russische hooliganscene vond ook een professionalisering plaats. Zo kun je je tegenwoordig niet zomaar bij een hooligangroep aansluiten, maar moet je door de oudere garde gescout worden om jezelf vervolgens te bewijzen in een van hun beruchte bosgevechten.

 

Deze vechtafspraken tussen twee rivaliserende firms zijn geïnspireerd op de oude Russische volkstraditie stenka na stenku, wat letterlijk vertaald ‘muur tegen muur’ betekent: twee tegenovergestelde teams bevechten elkaar met de blote vuist tot niemand meer rechtstaat.

 

Ook de onthouding van alcohol en drugs maakt deel uit van die professionalisering. De video’s die vandaag binnen de Russische hooliganscene circuleren, verheerlijken allemaal het ideaal van de straightedge-bodybuilder, de martial arts-Viking.

 

Glathe: “De Rus moet fit en gezond zijn om zich te kunnen weren tegen de ‘overspoeling’ van ‘andere volkeren’, die boodschap zie je telkens terugkomen. Achter die video’s zitten financieel sterke ondernemingen zoals bijvoorbeeld White Rex, een door de beruchte hooligan Denis Nikitin opgericht kledingmerk dat white supremacy promoot, en PPDM, een neonazi-fitnessgroep.”

 

In die verbeten professionaliteit onderscheiden de Russen zich dus van de West-Europese hooligans. Waar hooliganisme in onze contreien eerder een subcultuur is van mannen in poloshirts die graag keet schoppen wanneer ze te veel op hebben, is het in Rusland een levensstijl: een hele week trainen om voorbereid te zijn op het weekendgevecht en elke dag vijf porties groente en fruit.

 

“Aanvankelijk kopieerde Rusland de West-Europese hooligans, maar ironisch genoeg wordt nu het Russische model door de steeds strenger wordende regelgeving stilaan ook in West-Europa overgenomen. Ook in België en Nederland worden nu dergelijke vechtafspraken georganiseerd”, stelt Schotanus.

 

Waarom voelen zoveel jonge mannen, in Rusland en langzaamaan ook daarbuiten, zich zo aangetrokken tot deze gedisciplineerd gewelddadige levensstijl? “Geweld geldt in onze steeds veiliger wordende samenlevingen misschien wel als een van de laatste taboes”, denkt Louis. “Die rode lijn overschrijden kan jongeren zonder doel een gevoel van identiteit geven. Zij dragen de titel van bad boy als een geuzennaam; alarmerende berichten in de media over hooliganisme werken juist als reclame voor hen.”

 

Aan de BBC verklaarde Vasily ‘The Killer’ Stepanov, een beruchte voormalige hooliganleider voor Spartak Moskou, het als volgt: “Wanneer de adrenaline zich door je bloed baant, waan je je bovenop de Mount Everest. Alsof je alles aankunt. Een fantastisch gevoel, even goed of misschien zelfs beter dan een orgasme.”

 

Daarbij belichaamt de afgetrainde, geheelonthoudende hooligan ook twee ultieme Russische idealen; dat van de ultramannelijke patriot. En laat dat nu net twee waarden zijn die ook president Poetin nauw aan het hart liggen.

 

Louis: “Ook zonder dat de overheid expliciet haar goedkeuring uitspreekt, voelen hooligans zich, bijvoorbeeld door wetten zoals die tegen de zogenaamde homopropaganda, gesteund. Ze zien zichzelf als een soort van soldaten die de eer van hun vaderland verdedigen.”

 

Niets meer te bewijzen

 

Was het incident in Marseille dan slechts een voorproefje van het grove geweld dat ons op het wereldkampioenschap te wachten staat, zoals in menig Britse tabloid gevreesd wordt?

 

Sébastien Louis gelooft van niet, of toch zeker niet op zo’n grote schaal. “De Russische hooligans hebben niets meer te bewijzen. Door de oervaders van het hooliganisme zo op hun plaats te zetten in Marseille hebben ze de wereld laten zien dat zij nu de plak zwaaien in hooliganland.

 

Rusland organiseert het WK natuurlijk ook met geopolitieke doeleinden: het wil zich van zijn beste, meest geciviliseerde kant laten zien. De politie en FSB (de Russische geheime dienst) zullen alles doen wat in en buiten hun macht ligt om de orde te bewaren; vergeet niet dat de Russische politie ook andere dan democratische methodes hanteert.” Naast de striktere wetgeving in en rond het stadion voerde de Russische politie sinds het gewelddadige incident in Marseille ook de druk op hooliganleiders op met een reeks huiszoekingen en arrestaties.

 

Geoff Pearson, professor criminologie aan de Universiteit van Manchester en gespecialiseerd in football crowd disorder, deelt de paniekerige toon van de tabloids weliswaar niet, maar gelooft wel dat de methode van de Russische politie slechts gedeeltelijk effectief is. “Ze zullen er wel in slagen het goed voorbereide, georganiseerde geweld te kop in te drukken, maar in een grote mensenmassa is hun reactionaire stijl juist contraproductief. Als daar toch iets gebeurt, kan een te hardhandige aanpak ervoor zorgen dat het geweld escaleert.”

 

In een recent interview met de Britse tabloid The Sun claimde de beruchte Vasily ‘The Killer’ Stepanov dat hij tegenwoordig een brave huisvader is die liever schaak speelt met zijn vijfjarige dochter dan rivaliserende voetbalsupporters tot pulp te slaan. Hij verzekerde dat de Russische hooligans zich gedeisd zouden houden tijdens het WK; daar had een intiem onderonsje met de FSB wel voor gezorgd.

 

Pearson: “Natuurlijk kan de veiligheid van niet-blanke, homoseksuele supporters in Rusland niet voor de volle 100 procent gegarandeerd worden. Maar als je kijkt hoe het EK van 2012 in Polen en Oekraïne is verlopen, verwacht ik toch geen al te grote incidenten. Hoewel beide landen ook met serieus racisme in het stadion kampen, is dat kampioenschap toch vrij rustig verlopen.”

 

Mochten Rusland en Engeland toch weer met elkaar in aanvaring komen op het WK, zal het initiatief eerder vanuit Engelse hoek komen, gelooft Schotanus: “Dat zijn namelijk ook jongens met een nationaal eergevoel die niet met zich laten sollen”.

 

Dat het komende WK niet in het teken van geweld hoeft te staan, maar ook kansen met zich meebrengt, daar wijst Julia Glathe op. “Het voetbalstadion kan als vrijplaats voor alle politieke overtuigingen dienen, niet enkel de extreemrechtse. Dat is het spannende aan dit gastland: er is ook veel ‘staatskritisch’ potentieel in Rusland, verzetsgroepen die zeker en vast gebruik zullen maken van de internationale aandacht tijdens het WK.”