Kinderen van de Wende

Foto’s: Ksenia Les

Ossi’s Anne, Armin, Janine, Josa en Lukas zijn geboren in de woelige periode rond de val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989. Ze dragen de erfenis van een staat met zich mee waaraan ze zelf geen herinneringen hebben, maar dat beschouwen ze niet langer als een last. ‘Oost-Duitsland zal altijd anders blijven, en dat is goed zo.’

 

 

‘Het gaat beter. Je wordt niet meer meteen afgerekend op je Oost-Duitse afkomst’

 

 

JANINE RÖFKE (30)
◆ rondt haar master Ethiek en Filosofie af aan de Vrije Universiteit Berlijn
◆ groeide op in Marzahn, Oost-Berlijn
◆ is een van de protagonisten in de documentaire Generation Freiheit

“Wij woonden op de elfde verdieping van zo’n typisch betonnen Sovjetflat, die destijds in hoog tempo overal neergezet werden omwille van de woningnood in de DDR. Deze hoogbouw was hét voorbeeld van het moderne wonen. Mijn ouders hebben redelijk lang op de flat moeten wachten, hebben ook hun steentje bijgedragen aan de bouw.

Mijn moeder werkte als laboratoriumassistente in het ziekenhuis van de Volkspolizei, mijn vader eerst als theoloog-filosoof voor het zogenoemde Staatssecretariaat voor Kerkvragen, dat de kerken controleerde. Daarna tekende hij mee het zedenleer-onderwijs uit voor het Duitse humanistische verbond. Mijn ene opa werkte als tolbeambte voor de Stasi (de binnenlandse veiligheidsdienst, red.), mijn andere bij de Kriminalpolizei.

“Mijn familie maakte deel uit van het systeem; ze conformeerden zich. Als je in de DDR carrière wilde maken, ging dat nu eenmaal enkel met een lidkaart van de partij.

De Wende was voor hen een grote schok. Mijn vader is eraan ten onder gegaan. Door het ineenstorten van de DDR verloor hij de structuur en de richting in zijn leven. Hij heeft nog geprobeerd het humanistische verbond, waarvan hij voorzitter was, te redden uit de klauwen van de financiële crisis, maar tevergeefs. Hij zag geen andere uitweg meer, is uit het leven gestapt.

Mijn moeder kreeg als alleenstaande moeder gelukkig wel voldoende financiële ondersteuning om mij en mijn zus op te voeden. Maar je zou kunnen zeggen dat mijn familie tot de zogenoemde Wende-verliezers behoort. Ook mijn grootvaders werden serieus afgestraft voor hun vroegere bezigheden.

Nu pas besef ik ten volle in wat voor tijd ik eigenlijk geboren ben, hoe grauw en uitzichtloos die was. Vroeger dacht ik dat de onbestemde weemoed die af en toe in me opwelt deel uitmaakt van mijn persoonlijkheid, nu denk ik dat die misschien toch ergens vandaan komt.

De jaren negentig waren een erg verwarrende tijd. Ik wenste mij als kind vaak meer stabiliteit.

Mijn moeder heeft de staat nooit de schuld van mijn vaders zelfmoord gegeven. Voor de val van de Muur was hij ook al suïcidaal, de Wende was waarschijnlijk de laatste druppel.

Dat mijn moeder altijd vrij pro-DDR gebleven is, zorgt tot op de dag van vandaag voor discussies aan de kerstdis. Haar broer, mijn oom, staat veel kritischer tegenover het regime. ‘Allemaal wilden ze de vrijheid, en nu beklagen ze zich dat’, moppert mijn moeder soms. Ze vindt dat er vandaag weinig overzicht is, dat mensen geen rekening meer met elkaar houden. Enkel de open grenzen vindt ze een goede ontwikkeling; ze heeft me al- tijd aangemoedigd zoveel mogelijk te reizen.

Zelf houd ik me pas sinds kort actief met mijn verleden bezig. Nadat ik – mijn moeder wilde dat graag – een tijd als laboratoriumassistente gewerkt had, ben ik alsnog gaan studeren. Ethiek en filosofie: zo hoop ik dichter bij mijn vader te komen.

Vandaag heb ik het gevoel dat er een nieuwe waardering voor het DDR-verleden ontstaan is. Je wordt niet meer direct op je Oost-Duitse afkomst afgerekend. Dat er op cultureel vlak van alles borrelt in het oosten, helpt daarbij.

Eindelijk is er een bewustzijn over hoe we sinds de eenmaking met elkaar zijn omgegaan. We hebben elkaar te lang wederzijds gediscrimineerd. Natuurlijk is racisme een probleem in een land dat decennialang afgesloten was van de buitenwereld; een land waar alles waarmee mensen zich hun hele leven geïdentificeerd hebben, plots als achterlijk geldt en met de grond gelijkgemaakt wordt.

Toch ken ik genoeg generatiegenoten uit het westen die AfD gestemd hebben, uit protest. Racisme is niet enkel een probleem van het oosten. Duitsland heeft zijn antiracistische voorlichting laten verslappen, vanuit de veronderstelling dat de erflast van de Tweede Wereldoorlog dat probleem wel van de kaart geveegd had.”

 

‘Wij eisen ons oosten op’

JOSA MANIA-SCHLEGEL (28)
◆ is correspondent Oost-Duitsland voor Die Zeit en online medium Krautreporter
◆ is opgegroeid in Weimar en woont en werkt vandaag in Leipzig

 

“Vandaag wordt voor het eerst openlijk overwogen of misschien toch niet alles aan de DDR slecht was. Door de staat georganiseerde kinderopvang of gezamenlijk leren op school bijvoorbeeld, waren structuren die goed functioneerden. Maar bij de Duitse eenmaking werd alles wat niet met het westerse model strookte, overboord gegooid.

Lange tijd mocht je de eenmaking niet bekritiseren, want de SED (de regerende communistische partij in de DDR, van 1949 tot 1990, red.) en de Stasi waren slecht en het Westen was goed: zo was het nu eenmaal. Maar dertig jaar later zijn de beloftes van bij de eenmaking nog steeds niet vervuld. De lonen in het oosten liggen nog steeds veel lager, ondanks langere werkdagen.Al op jonge leeftijd werd Josa er zich van bewust dat ook zonder streng bewapende binnengrens Oost- en West-Duitsland twee verschillende werelden waren.

Begin jaren 1990 werd de cultuurstad Weimar compleet verwesterst. Zo goed als alle Ossi-universiteitsprofessoren en rechters werden vervangen door Wessi’s. Langzaam begon mij te dagen waarom de ouders van sommige vrienden, de kinderen van die geïmporteerde professoren en rechters, zo succesvol waren en andere, die in het oosten geboren en getogen waren, niet. Zelf heb ik een Oost- en een West-familie: mijn moeder komt uit het oosten, mijn vader uit het westen. Mijn moeder was door de centraal geleide economie verplicht om drie jaar aan de lopende

band te werken, terwijl ze eigenlijk gewoon keramiek wilde maken. Het DDR-systeem zorgde ervoor dat ze zich nog meer in haar eigen wereld terugtrok. Ze ontmoette mijn vader kort voor de val van de Muur in Praag – een vakantieliefde. Toen de Muur viel, is hij meteen in zijn auto gestapt en naar het oosten gereden.

Maar de liefde duurde niet lang, en dus groeide ik op bij mijn moeder en haar nieuwe man, allebei kunstenaars uit het oosten. Elke twee weken bracht ik ook een weekend bij mijn meer burgerlijke vader uit het westen door.

Die verschillen maakten me soms best schizofreen. Zo hadden mijn moeder en stiefvader in de wilde jaren 1990, waarin eigendomsverhoudingen onduidelijk waren, een gigantisch leegstaand pand gekocht dat ze zelf opknapten, waardoor we in een soort van permanente bouwwerf leefden. Het was een nogal alternatieve levensstijl waar mijn vader het moeilijk mee had. Hij nam mij liever mee naar pretparken of deed me computerspelletjes cadeau, en daar leed mijn familie uit het oosten dan weer onder.”

 

Linkse bubbel

 

“Oost-Duitsers hebben minder geld, dat is een feit. We kunnen nog maar 25 jaar een eigen vermogen opbouwen; erfenissen en sinds de geboorte aangelegde spaarfondsen bestaan hier niet.

Journalist is geen populair beroep hier, omdat veel onbetaalde stages nodig zijn voor je er wat geld mee kunt verdienen. Zelf ben ik enkel dankzij de financiële steun van mijn opa uit het westen, een voormalige bankdirecteur, naar de journalistenschool in München kunnen gaan. Ik was er de enige Ossi – en dat maakten mijn studiegenoten me meteen duidelijk ook. Toen de eerste Pegida-optochten uitgebreid in het nieuws kwamen, stoten ze me aan en grijnsden: ‘Dat zijn toch jouw mensen?’… Ik kom niet eens uit Dresden.

Pegida was – hoeveel slachtoffers die beweging spijtig genoeg ook heeft gemaakt – de katalysator voor het ontstaan van een positieve Oost-identiteit, als tegenhanger. Dat zie je trouwens overal in Oost-Duitsland: in elk neonazi-bastion heb je tegelijk ook een coole, links-alternatieve scene.

Mijn generatie wil, in tegenstelling tot de vorige, hier blijven. We eisen ons oosten op, willen het niet enkel aan de populisten overlaten. ‘Hol dir dein Land zurück’ (‘Haal je land terug’, bekende slogan van AfD, red. ), maar dan anders. (lacht)

De illegale raves in leegstaande fabrieken, de ossi-muziekbands, de hele DIY-cultuur waar ze ons in het westen zo mee uitlachen: dat maakt voor mij de Oost-Duitse identiteit uit, en ik ben er trots op. Het westen zou onze eigenheid juist wat meer kunnen appreciëren, ondersteunen.

Het hoge aantal jongeren dat bij de recente regionale verkiezingen in Brandenburg AfD stemde, heeft me verbaasd. Ik ging er altijd van uit dat AfD-kiezers oude, verbitterde mensen waren – niet mijn generatiegenoten. Het is belangrijk om te beseffen dat dit geen proteststemmers zijn, maar jongeren met een rechtse visie. Net zoals je in het oosten ook een ecologische beweging hebt, maar daar vinden deze jongeren geen aansluiting bij omdat het ecologische vraagstuk voor hen vaak te persoonlijk is. Als mijn ouders in de bruinkoolwinning werkten, zou ik ook niet meelopen met Fridays for Future, want ik wil natuurlijk niet dat ze hun baan verliezen.

De journalistiek moet zich fucking dringend met deze jongeren bezighouden. Waar blijven die verdiepende dossiers over de jonge AfD-kiezers? Nu, ik moet zelf toegeven dat het allesbehalve eenvoudig is om hen te strikken. Wij, de traditionele pers, kunnen deze mensen amper nog bereiken. Persoonlijk ken ik niemand die AfD gestemd heeft – ik leef in een linkse bubbel.

Het westen heeft het oosten te lang verwaarloosd: slechts vijf procent van de mensen in alle leidinggevende topposities in justitie, politiek, economie en wetenschap komt uit Oost-Duitsland, dat heeft een recente studie van de Universiteit Leipzig aangetoond.

And now the empire strikes back. Niet alleen ik, maar ook AfD-kiezers koesteren een Oost-Duitse identiteit.”

 

 

 ‘Mijn vader heeft zijn Stasi-dossier nog steeds niet ingekeken’

 

ARMIN SCHNEIDER (31)
◆ doctoreert in Berlijn in de filosofie
◆ komt uit Leipzig

“Als kerkmuzikanten stonden mijn ouders sowieso redelijk afkerig tegenover het communistische systeem. Mijn moeder was een van de oprichters van het vredesgebed, dat sinds 1982 elke maandagavond in de Nikolaikerk in Leipzig gehouden werd. Alle oppositiebewegingen verzamelden daar.

In 1989 vloeiden uit dat vredesgebed de beruchte maandagdemonstraties voort, waarbij tienduizenden burgers op straat hun onvrede met het systeem uitten – het begin van de zogenoemde vredevolle revolutie.

Ik zat op het internaat van het protestantse Thomaner-jongenskoor, destijds ook erg actief in het verzet. Daar behoorde ik tot de eerste generatie die de DDR niet meer bewust beleefd had. Maar hoewel er weinig over gesproken werd, was het verleden wel nog indirect aanwezig.

Zo bleek vanuit het internaat veelvuldig bericht te zijn aan de Stasi, en ook mijn vader vermeldde regelmatig dat hij met deze of gene niet meer omging omdat die een verklikker bleek te zijn. Nochtans heeft hij zijn eigen Stasi-dossier nog steeds niet ingekeken; verdringing, vermoed ik.

Mijn ouders staan vandaag even afstandelijk tegenover het kapitalisme als ze destijds tegenover het communisme stonden. Na de Wende wilden ze zich terugtrekken in een huisje in Saksisch Zwitserland ( natuurgebied aan de grens met Tsjechië, red. ) – de typische droom van de drop-out. Maar daarvoor hadden ze een gigantische hypotheek afgesloten, waardoor hun huwelijk uiteindelijk stukgelopen is.

Mijn persoonlijke ideologische keerpunt kwam in 2009, toen de kredietcrisis volop woedde. Ik was toen net een studie bedrijfseconomie begonnen, vanuit een soort naïef neoliberaal optimisme. Thuis werd niet over politiek en economie gesproken, eigenlijk had ik geen idee waar ik precies aan begon.”

 

Radicaler

 

“Mijn professoren gaven zelf toe dat ze niet begrepen waarom de financiële markten wereldwijd in elkaar stuikten. Wat later kreeg ik via een Amerikaanse gastdocent ook informatie uit de eerste hand over de lobbypraktijken van banken als Goldman Sachs en Lehman Brothers. Sindsdien ben ik erg kritisch over het dominante kapitalisme in de westerse wereld.

Ik vind het goed dat vandaag opnieuw nagedacht wordt over het communisme als samenlevingsmodel.

Uiteraard wil niemand het socialisme uit de DDR en Sovjet-Unie terug. Maar ons huidige systeem wordt langzamerhand ook onleefbaar. De klimaatcrisis is ook een systeemcrisis; dat hangt allemaal samen. Maar in de compromispolitiek die groen-linkse partijen vandaag bedrijven, kan ik me niet terugvinden: van mij mag het radicaler.

Die zoektocht naar alternatieve samenlevingssystemen kenmerkt ook mijn werk als filosoof, ik denk er voortdurend over na. In Oost-Duitsland uit die onvrede met het systeem zich in steeds meer stemmen voor de AfD. Die partij presenteert de Wende nu als een onaf project, dat door rechts vervolledigd dient te worden. Mijn moeder krijgt op het Saksische platteland heel goed mee hoe West-Duitse politici, zoals AfD-sterfiguur Björn Höcke, de Ossi’s met zulke catastrofale voorstellingen mobiliseren.

Ik heb me al afgevraagd welke verantwoordelijkheid ik zelf draag: hoe kan ik als jonge Oost-Duitser tegenkrachten in het oosten zinvol ondersteunen? Het is een vraag waar ik vooralsnog geen antwoord op gevonden heb.”

 

 

 ‘De DDR is wie ik ben’

 

 

LUKAS RIETZSCHEL (25)
◆ is schrijver
◆ brak door met Mit der Faust in die Welt schlagen, een roman over twee broers
die in de ban raken van een extreemrechtse beweging
◆ woont in Görlitz, aan de grens met Polen

 

“Ik kom uit een arbeidersgezin in Kamenz, een Saksisch stadje waar in DDR-tijden veel militairen gestationeerd waren omwille van de luchthaven. Zij waren er in de jaren 90 nog steeds, maar dan als alcoholverslaafde daklozen. Als kind was mij al duidelijk dat dit mensen waren die vroeger iets bezaten wat nu niet meer bestond.

Wanneer ik mijn ouders vroeg naar die gebroken figuren die op straat zwalkten, reageerden ze altijd erg ontwijkend. Hetzelfde wanneer er weer eens ergens ruiten

ingegooid waren of xenofobe woorden op een muur gekalkt. Bij ons thuis werd nooit over de DDR, noch over politiek gesproken.

Mijn ouders hebben zich na de Wende omgeschoold en hadden vrij snel nieuwe jobs; financieel hadden we het niet al te slecht. Maar natuurlijk viel mij wel op dat ze zich nog aan het aanpassen waren aan een nieuw systeem, alleen al door de onwennige manier waarop ze met bezit omgingen.

Mijn debuutroman vertrekt vanuit het gegeven dat ik niets weet. Alles wat ik als kind en tiener heb waargenomen om me heen, en meestal niet begreep, heb ik opgeschreven. Ook voor mij was het een soort van verwerkingsproces. ‘Ik wist niet dat jij je voor die oude troep interesseerde’, zei mijn oma tegen me toen het boek verscheen. Maar ik wil geen grote meningen over het kapitalisme versus het socialisme verkondigen: de persoonlijke verhalen interesseren mij.

Tegelijk was mijn debuutroman ook een poging om te verklaren waarom Pegida juist in Saksen zo sterk kon worden. Toevallig verscheen het boek net toen de rellen in Chemnitz ( hooligans en extreemrechtse betogers gingen er buitenlanders en agenten te lijf, red. ) uitbraken.

Die verwarrende, voor velen uitzichtloze, tijd na de Wende was volgens mij de voedingsbodem voor het ontstaan van Pegida. Jarenlang heeft Oost-Duitsland gezwegen. Want het westen dicteerde het narratief over hen: alle Oost-Duitsers waren ofwel voormalige daders, ofwel voormalige slachtoffers. Sinds Pegida spreekt het oosten opnieuw voor zichzelf, zij het op een perverse manier. Bewegingen als Pegida en AfD eigenen zich de verhalen van anderen toe, om een gevaarlijke, gemeenschappelijke Oost-Duitse identiteit te creëren. ‘We brachten al een staat ten val, laten we dat nu opnieuw doen’, luidt hun bedrieglijke boodschap. Alsof verzet tegen het systeem alle Oost-Duitsers door de aderen stroomt.”

 

Zware last

 

“Tegelijk ben ik lang niet de enige die na zijn studie in het westen teruggekeerd is, vanuit een verantwoordelijkheidsgevoel. Want als iedereen maar blijft wegtrekken, zoals wij dat in onze kindertijd beleefd hebben, dan verkommert het hier helemaal. Bereid zijn die zorg op zich te nemen: dat is zeer nieuw Oost-Duits. Daarom woon ik in Görlitz, een grensstadje waar drie vierde van de gebouwen leegstaat en het culturele aanbod beperkt tot onbestaande is. Maar ik kan er tenminste iets betekenen voor de plek en de inwoners. In Berlijn of Leipzig zit niemand op mij te wachten.

Sowieso ben ik liever daar waar het pijn doet dan in een of andere progressieve bubbel. In Görlitz ken ik veel mensen die, om tal van redenen, op AfD gestemd hebben. Hoewel het soms best vermoeiend is, vind ik het noodzakelijk met hen in contact te blijven. Een linkse blokkade levert toch niets op: het sterkt hen enkel in hun idee dat er zogezegd geen vrijheid van meningsuiting meer bestaat.

Mijn volgende boek gaat opnieuw over Oost-Duitsland en de DDR. Dat is waar ik vandaan kom en wie ik ben; ik zou niet weten waarover anders te schrijven. Ik wil de verhalen van mijn ouders en grootouders doorgeven, ook al hebben ze mij daar niet om gevraagd. Soms is dat best een zware last om te dragen, maar ik neem ze met plezier op mij.”

 

 

 

‘Ik was ‘Zoni’, die ene uit de Sovjetzone’

ANNE RAMSTORF (28)
◆ werkt als redactrice voor funk, het online- nieuwsplatform voor jongeren van openbare omroepen   ,      ARD en ZDF
◆ met haar podcast Ostwärts brengt ze een ode aan geëngageerde jongeren uit Oost-Duitsland
◆ komt uit Oost-Berlijn

 

“Mijn ouders waren amper 19 en 20 toen de Muur viel. Nog geen twee jaar later werd ik geboren, in de woelige Wende-tijd.

In de DDR was het normaal om zo jong een familie te stichten. Op je zestiende was je namelijk al klaar met school, daarna leerde je een beroep en ging je werken. Maar de firma’s waarvoor mijn ouders werkten, werden samen met de DDR opgedoekt. Plots hadden ze beiden geen baan meer, maar wel een baby.

Enkele jaren was het erg krap. Maar nadat mijn ouders zich omgeschoold hadden, keerde de zekerheid terug, in de vorm van een vaste aanstelling.

Nu de grenzen plots open waren, wilden mijn ouders de wereld verkennen. We reisden veel; als klein kind al namen ze mij overal mee naartoe.

Achteraf wordt altijd van Wende-winnaars en –verliezers gesproken. Maar dat zou betekenen dat mensen die van het socialisme naar het kapitalisme moesten omschakelen, enkel geslaagd zijn wanneer ze in dat nieuwe systeem veel geld verdienen. Dat vind ik onzin. Mijn ouders hebben sommige dingen verloren, maar daarvoor andere in de plaats gekregen.

Rond mijn zestiende was ik in de ban van communistische ideologieën. Ik verslond boeken en documentaires over Cuba, Noord-Korea en China. Ik wilde de wereld waarin mijn ouders opgroeiden beter begrijpen. Maar pas

toen ik na mijn schooltijd een jaar in Vietnam doorbracht als ontwikkelingshelper, begreep ik wat mijn vader bedoelde, toen hij zei dat je in een socialistische staat nooit helemaal vrij in je hoofd bent. Mensen glimlachen, maar vanbinnen zijn ze niet vrolijk. Alsof het zwaard van Damocles voortdurend boven hun hoofd hangt.”

 

Ravenmoeder

 

“Toen ik in Tübingen, Zuid-Duitsland, studeerde, merkte ik dat leeftijdsgenoten me anders behandelden omdat ik uit het oosten kom. Ze noemden me ‘Zoni’, die ene uit de Sovjetzone, en verklaarden dat ik een ravenmoeder had omdat die me één jaar na de geboorte al naar de crèche bracht, zodat zij weer kon werken. Daarop besloot ik me expliciet voor te stellen als ‘Anne uit Oost-Berlijn’. Het oosten bepaalt grotendeels mijn identiteit. Het verklaart bijvoorbeeld waarom mijn ouders niet gestudeerd hebben en geen huis bezitten, waarom ik niet gedoopt ben.

Toen ik in 2015 aan mijn journalistieke carrière begon, maakten Pegida en AfD net hun steile opmars. Maar in het beeld van Oost-Duitsland dat veelvuldig in de media verspreid werd, kon ik me niet terugvinden. AfD is niet enkel een probleem van het oosten: kijk maar naar de – ondertussen alweer afgezette – NPD-burgemeester ( NPD is een extreemrechtse, neonazistische partij, red. ) in de West-Duitse deelstaat Hessen.

Sinds twee jaar doorkruis ik voor mijn podcast Oost-Duitsland, en het merendeel van de mensen die ik ontmoette, wil wél in een open en vrije maatschappij leven. De podcast dient als tegenstem, als lichtbaken in het zogezegde ‘Dunkeldeutschland’.

Ondertussen begrijp ik dat mijn podcast tegelijk ook een soort van verwerking van mijn eigen verleden was. Oost-Duitsland blijft me boeien. Zo onderzocht ik onlangs nog voor de documentaire Generation Freiheit hoeveel DDR er nog in mijn leeftijdsgenoten uit het oosten zit.

Als journalist zou ik eigenlijk ook de meningen van AfD-kiezers moeten representeren, maar dat gebeurt meestal niet. Dat is een algemeen probleem van de erg homogene mediawereld, geloof ik.

Maar kan ik me als jonge, hoogopgeleide vrouw die in Berlijn woont écht inleven in de gevoelswereld van een vijftigjarige arbeider uit het Ruhrgebied? Ik denk het niet.”