Oh My EU (2): Milaan

 Europa kampt met een identiteitscrisis, maar geldt dat ook voor de Erasmus-generatie? Journaliste Jana Antonissen (24) en fotografe Sanne De Wilde (30) reisden per trein door Europa om poolshoogste te nemen bij jongeren die mee de toekomst van ons oude continent uittekenen. Het audio- en videomateriaal voor deze reeks vindt u hier terug.

 

De jeugdwerkloosheid piekt in Italië met 40 procent ver boven het Europese gemiddelde, maar Milaan vormt een uitzondering. Van overal verhuizen jongeren naar Italiës creatieve hart om er te werken. Alleen: ‘Ze kunnen mij morgen
zomaar op straat zetten.’

 

 

Focaccia, scamorza en prosecco in de Milanese avondzon; betere ingrediënten bestaan er niet om een vermoeiende dag treinhoppen mee af te sluiten. De geroutineerde gastvrijheid waarmee onze nieuwe amici italiani ons ontvangen, doet vermoeden dat ze het vanzelfsprekend vinden ook volslagen onbekenden een warm welkom te heten.

Ottavia Franzini (31), de vriendin van een vriend van een vriend, had ons na vijf minuten chatten op Facebook al een gratis bed aangeboden in het tweekamerappartement dat ze deelt met haar vriend Marco La Mantia (32). Bij aankomst blijkt dat de knappe Italiaanse ook al haar vrienden heeft opgetrommeld, voor een dinertje op het dakterras van haar zus in de elegante Via Cicco Simonetta.

Terwijl fotografe Sanne en ik onbescheiden stukken scamorza in onze monden proppen, ontvangen we omhelzingen alsof we al jaren deel uitmaken van deze vriendenkring. Sanne zegt dat de hartelijkheid haar geruststelt. “Het geeft me hoop. Wij, jonge mensen, gaan nog iets goeds van deze wereld maken.”

‘De overgeblevenen’ noemen de op het dakterras verzamelde vrienden zich. Allemaal zijn ze er – in tegenstelling tot veel van hun studiegenoten – in geslaagd werk te vinden in eigen land, allemaal zijn ze freelancers.

“Allemaal oh zo fucking free!”, zegt Isabella (30), de enige uit het gezelschap die ook in Milaan geboren en opgegroeid is, terwijl ze lachend haar glas heft voor een toost waarvan de nasmaak toch een beetje wrang is. Net zoals Ottavia is ze freelance architecte. Eigenlijk zijn ze schijnzelfstandigen: dagelijks werken ze voor hetzelfde bureau, zonder dat hun bazen ook maar enige sociale verplichtingen tegenover hen hebben. Ottavia verdient gemiddeld 2.000 euro bruto per maand, de helft van dat bedrag gaat naar de belastingen.

“Als ze willen, kunnen ze mij morgen zomaar op straat zetten. In het begin piekerde ik daar voortdurend over, ondertussen heb ik me erbij neergelegd dat dit nu eenmaal de situatie is.

“Pas op, ik prijs mezelf ontzettend gelukkig dat ik na mijn studie zo gemakkelijk een job gevonden heb, maar ik maak me wel zorgen over de toekomst.

“Marco en ik zijn nu klaar om aan kinderen te beginnen, maar ik wil mijn baan niet verliezen. In mijn bureau hebben al twee vrouwelijke collega’s na hun bevalling te horen gekregen dat ze thuis mogen blijven. Ik ben bang dat mij hetzelfde overkomt als ik zwanger word. Daarom stellen we onze kinderwens nog maar wat uit. Ondertussen tikt mijn biologische klok wel verder; zoveel tijd heb ik niet meer.

“Ik koester weinig hoop dat er snel iets aan mijn werkomstandigheden zal veranderen, tenzij ik naar het buitenland verhuis.”

 

Meesurfen met Merkel

 

De Italianen trekken binnenkort naar de stembus. Aanvankelijk stonden de verkiezingen gepland voor het voorjaar van 2018, maar ondertussen wordt over een vervroeging naar komend najaar gesproken. Italië zou daarmee het zoveelste Europese land zijn dat in 2017 een nieuwe leider kiest.

De vervroeging is vooral een poging van ex-premier en leider van de Democratische Partij Matteo Renzi om mee te surfen op de pro-Europese golf van Angela Merkel tijdens de Duitse verkiezingen, die eind september plaatsvinden. Want er staat veel op het spel; voor Italië, maar ook voor Europa. De eurosceptische Vijfsterrenbeweging van Beppe Grillo verloor weliswaar bij de lokale verkiezingen, maar doet het erg goed in de nationale peilingen. Grillo stelt de euro in vraag, en pleit voor een referendum om uit de eurozone te stappen.

Ottavia en haar vrienden zijn er niet gerust op. “In Italië geldt geen stemplicht. Ik vrees dat veel jongeren niet zullen stemmen, omdat ze het gevoel hebben dat hun stem toch geen verschil uitmaakt. Maar die desinteresse geeft politici vrij spel, en werkt uiteindelijk tegen hen.”

Haar vriend Marco gelooft dat het algemene vertrouwen in de beleidsmakers op een erg laag pitje staat. “Ik snap wel waarom je op Grillo zou stemmen. We hadden al Berlusconi die met alles, van omkoping tot seks met minderjarigen, wegkwam, en Renzi was in feite niet veel beter. ‘Hoeveel erger kan het nog worden?’, zo redeneren veel Italianen.”

 

 

 

 

Dichtgetimmerde winkels 

 

Ondanks het wereldwijd bekende, bijna mythische karakter van corruptie onder Italiaanse politici zijn de jongeren op dit terras allemaal ontzettend trots op hun land, “dat nu eenmaal prachtig is”.

Marco, afkomstig uit het verre zuiden van Palermo in Sicilië: “Ik voel me op en top Italiaans, hoewel ik door de hoge schulden die ons land aan de EU heeft, soms beschaamd ben dat in het buitenland toe te geven. Als ik aan Europa denk, denk ik in de eerste plaats aan Duitsland, en aan bankiers; niet aan wie ik ben.”

Ottavia: “Ik voel me Italiaans voor de gewoontes en de way of life, maar toen ik tijdens mijn studies in Australië woonde, was Europa mijn hometown. Hoe verder weg, hoe meer Europeaan ik me voel.”
Op weg naar het appartement van Marco en Ottavia in Isola, een voormalige arbeiderswijk waar de gentrificatie zich met het hoofdkwartier van Google Italia definitief voltrokken heeft, moet onze gastvrouw iets van het hart.

“Er circuleren al zoveel vooroordelen en clichés over Italië in Europese media. Eigenlijk zouden jullie ook de kleinere steden en dorpen moeten bezoeken”, zegt ze terwijl ze via haar achteruitkijkspiegel mijn blik stevig vasthoudt. “Om het contrast te zien. Milaan is namelijk Italië niet. Onze onzekere contracten of lange werkdagen verbleken bij de moeilijkheden die ze op het platteland kennen. Dat ik in een stad woon en werk waar ik zoveel kansen krijg, terwijl mijn ouders thuis hun levensstandaard steeds maar zien verlagen, knaagt aan me.”

Ottavia groeide op “in een typisch middenstandsgezin” in Cremona, een stadje van 70.000 inwoners op anderhalf uur rijden van Milaan. Haar ouders wonen er nog steeds. “Bij elk nieuw bezoek zijn meer winkels in het centrum dichtgetimmerd, maar er komt niets voor in de plaats. Een heel trieste aanblik. Het is alsof de mensen het opgegeven hebben en wachten op een verandering die maar niet komt. Alsof Cremona bevroren is in de tijd, terwijl wij wel vooruitgaan.”

Decennialang runde Ottavia’s vader een eigen zaak in onroerend goed waarmee hij meer dan genoeg verdiende om zijn vrouw en vier kinderen te onderhouden. Sinds eind 2009 de financiële crisis in al haar heftigheid uitbrak in Zuid-Europa, heeft hij geen enkel appartement meer verkocht.

“Mijn ouders hebben hun geldnood zo lang mogelijk voor ons verborgen. Ze hadden bij mijn zus en ik, die toen nog studeerden, wel eens gepolst of we misschien een bijbaantje konden zoeken. Maar ik maakte me geen zorgen, zelfs niet toen ze ons huis verkochten. Je hoorde en las toen overal over de crisis; ik dacht dat ze gewoon voorzichtig waren.

“Pas toen ze steeds meer van hun vaste gewoontes opgaven, besefte ik dat er echt iets aan de hand was. Plots was er geen geld meer voor de restaurants en theaters die ze jarenlang bezocht hadden, ook op vakantie gingen ze niet meer. In een stadje als
Cremona valt dat op, mensen praten. Samen met hun welstand hebben mijn ouders veel vrienden verloren.”

 

Frustraties

 

Ottavia zwijgt even, bijt op haar onderlip. “Mijn vader werkt nu als makelaar. Op zijn 67ste staat hij weer helemaal onderaan op de carrièreladder.”

Ze gaat trager praten en haar stem wordt zwaarder, alsof de woorden eigenlijk haar keel niet willen verlaten. “Mijn vader heeft echt een persoonlijke crisis doorgemaakt. Zijn zaak was zijn leven. Dat hij zijn loopbaan moet beëindigen tussen de twintigjarige jonkies, die vaak niet eens voortgestudeerd hebben, frustreerde hem enorm.

“Ik geloof dat hij zich er ondertussen bij heeft neergelegd. We hebben er nooit met elkaar over gesproken. Mijn vader praat sowieso niet graag over zijn emoties, maar ik begrijp ook wel dat het pijnlijk is om op het einde van je carrière evenveel of minder te verdienen dan je eigen kinderen. De crisis herdefinieerde de verhoudingen binnen ons gezin.”

 

 

 

Ook in de familie van Ottavia’s vriend Marco werden de rolverdelingen omgekeerd door de dramatische, dagelijkse gevolgen van de torenhoge Italiaanse staatsschuld. Acht jaar geleden verliet hij zijn geliefde eiland in de Middellandse Zee om werk te zoeken in Milaan.

“Met mijn diploma product- en communicatiedesign kon ik in Palermo niets beginnen. Als je jong bent en iets of wat ambitie hebt, moet je het niet zuidelijker dan Rome gaan zoeken. Historisch gezien was het zuiden altijd al een armere regio, de crisis heeft die kloof alleen maar vergroot.”

Na enkele jaren bij het internationaal gerenommeerde bureau Frog Design besloot Marco vorig jaar zelfstandig visual designer te worden. Hij leidt ons rond in BASE, een oude fabriek in het Tortona-district die nu dienstdoet als freelancersparadijs; een hippe design-, koffie- en coworking hub ineen. Marco werkt er een nieuw digitaal platform voor een van Italiës grootste banken uit.

“Ik ben zelfstandige geworden omdat die flexibilisering me goed voorbereidt op mijn vertrek uit Italië.”

Wanneer hij zijn vaderland verlaat, weet Marco nog niet, maar hij is ervan overtuigd dat hij vroeg of laat wel zal moeten. Ondertussen neemt hij zo veel mogelijk opdrachten aan; niet om zijn eigen spaarboekje te spekken, maar om zijn ouders uit de nood te helpen.

“De grote Siciliaanse stoffenfirma waarvoor mijn vader werkte, kon hem niet meer gebruiken – besparingen. Vandaag verdient hij amper de helft van zijn oude salaris. Mijn moeder heeft nooit gewerkt, en is nu te oud om nog ergens aangenomen te worden.

“Mijn ouders konden de hypotheek van de kleine villa waarin ik ben opgegroeid niet meer afbetalen. Toen ik vernam dat ze bij de bank een extra lening wilden aanvragen, ben ik erg boos geworden. Ik maak nu maandelijks het benodigde bedrag over. Mijn zus studeert nog, maar zij helpt mijn ouders door financieel haar eigen boontjes te doppen.

“Die bijdrage voelt voor mij niet aan als een grote inspanning. Ik geef zelf toch niet zo veel geld uit. Eigenlijk vind ik het maar normaal dat wij als familie elkaar bijstaan. Veel van mijn vrienden doen trouwens hetzelfde.”
Marco krabt in zijn baard, een grijns trekt over zijn gezicht. “Wij lossen nu de schulden van de vorige generaties af, net zoals Italië Europa terug moet betalen.”
De grijns verdwijnt.
“Maar gewoon geld neerleggen volstaat niet. Er moet ook geïnvesteerd worden in dit land, de onderliggende problemen moeten worden aangepakt. Anders is het gewoon afwachten tot de volgende crisis uitbreekt.

“Er is ook een mentaliteitswijziging nodig: de Italianen moeten af van hun angst voor het onbekende. Wanneer ik terugkeer naar Sicilië, kan ik me er echt over opwinden hoeveel jongeren zo aan hun geboortegrond gehecht zijn dat ze liever werkloos blijven in plaats van te verhuizen. Ik wil graag een project in Palermo opzetten; niet alleen om in de stad te investeren, maar ook om de mensen daar wakker te schudden.

“Volgens mij is het typisch Italiaans om te berusten in een precaire, maar vertrouwde situatie, vanuit de veronderstelling dat het zo tenminste niet erger wordt.”

 

 

Maar dat het wel degelijk nog heel wat erger kan, weet Ahmed* (24) als geen ander. Deze voormalige vluchteling die zichzelf tegenwoordig “half Egyptisch, half Italiaans” noemt, kwam tien jaar geleden alleen aan in Milaan. Officieel beschikt hij nog niet over de Italiaanse identiteit, enkel over een permesso di soggiorno, een voorlopig verblijfsdocument. Maar dat hij zich wel zo voelt, heeft veel te maken met de Italiaanse cultuur, die hem in de eerste plaats overhaalde hierheen te komen, en de taal, die hij uitstekend beheerst.

Dat heeft hij grotendeels te danken aan Martina Mambelli (32). Niet alleen was zij zijn eerste lerares Italiaans, hij was ook haar allereerste leerling.

We ontmoeten de twee in een pizzeria in het centrum. Ahmed is nog niet zo lang terug in het land sinds hij in Egypte zijn verplichte legerdienst volbracht. De eerste die hij opbelde toen hij weer voet op Italiaanse bodem zette, was Martina.

Martina: “Ik blijf altijd in contact met mijn studenten eens de cursus is afgelopen. Dat is voor mij geen moeite; de jongsten beschouw ik als mijn kinderen.”

 

Bellissima

 

Moederlijk schuift Martina de helft van haar pizza quattro formaggi op het bord van haar eerste pupil, die eigenlijk geen honger heeft.
Aangezien Ahmed al zijn schoolengels vergeten is, speelt Martina tolk. “Ahmed vraagt of het de eerste keer is dat jullie pizza eten?”

Op zijn veertiende al had de tengere jongeman begrepen dat hem onder de dictatuur van Moebarak een weinig rooskleurige toekomst
te wachten stond. Aangespoord door veelbelovende verhalen over de vrije Italiaanse levensstijl van kennissen en familieleden die de oversteek hadden gemaakt, verlaat ook hij in 2007 zijn geboortestad Assioet.

“Mijn ouders respecteerden mijn keuze om te vertrekken, hoewel het hen pijn deed. In Egypte ben je veel vroeger volwassen dan hier. Met het spaargeld van mijn vader nam ik een vliegtuig naar Libië, daar stapte ik op een vissersboot die de Middellandse Zee overstak. Bang was ik niet, wel benieuwd. Ik wou Italië zien.”

En wat hij zag, beviel hem. “Alles in Italië is bellissima, maar mijn favoriet is de Duomo. Het eerste dat ik van deze stad zag, was deze kathedraal, en ik ga er nog steeds graag naartoe. Misschien wel uit dankbaarheid. Ik was erg onder de indruk van het respect voor verschillende religies dat hier heerst. Wat me het meest geraakt heeft, is de vanzelfsprekendheid waarmee een katholiek jeugdcentrum mij halal maaltijden aanbood.

“Ik heb me hier altijd welkom gevoeld. Discriminatie of racistische opmerkingen? Daar heb ik niet zo’n last van. Ik focus me liever op het positieve.”

Hoe meer jaren verstrijken in zijn nieuwe thuisstad, hoe harder hij zijn ouders mist. Maar als hij terugkeert naar Egypte, zal hij zijn dienstplicht niet langer kunnen ontlopen. Uiteindelijk wint zijn gemis het van zijn afkeer van geweld. Hij keert terug.

Over de moeilijke tijd in het Egyptische leger wil Ahmed nu niet te veel kwijt, “om zijn land niet in diskrediet te brengen”. De vragen maken hem ongemakkelijk, hij schuift zijn onaangeroerde halve pizza heen en weer op zijn bord.

Vandaag werkt hij af en toe als stadsgids voor Arabische toeristen, daarnaast probeert hij rond te komen met losse schrijnwerkopdrachten. Een onzekere werksituatie die helaas typisch Italiaans is; ook zijn voormalige lerares moet inventief zijn om de eindjes aan elkaar te knopen.

Zo combineert Martina vier jobs, van onlinelessen over een taalbad voor vluchtelingen tot lessen voor managers en studenten, om aan 1.200 euro per maand te raken. Al haar contracten zijn tijdelijk. Ze heeft er al vaak over nagedacht om Italië te verlaten, maar haar man wil niet.

 

 

Na het eten stelt Ahmed voor nog een slaapmutsje te drinken in zijn stamkroeg. Naarmate we de buitenwijk Cimiano, waar hij een appartement deelt met enkele landgenoten, naderen, gaat hij zich zichtbaar meer op zijn gemak voelen.

Op het terras van een door tl-buizen verlicht etablissement genaamd Pretty Pub leunt Ahmed ontspannen achterover in zijn plastic tuinstoel terwijl hij een sigaret opsteekt. Hij gebaart naar de mierzoete thee die op tafel staat en steekt vragend een duim op. Wanneer ik mijn duim en wijsvinger samenbreng, grijnst hij breed.

De reputatie van Cimiano, een buurt waar voornamelijk migranten wonen, is niet al te best. Volgens Martina is het er niet gevaarlijk,”maar loop je er voor alle zekerheid ‘s nachts toch niet alleen over straat als vrouw”.

In de Pretty Pub komen niet vaak vrouwen over de vloer, laat staan blonde. Verschillende mannen zijn mee aan onze tafel geschoven, allemaal vrienden van Ahmed die willen weten waar wij vandaan komen en wat we van Italië vinden.

Volgens Martina is Ahmed een uitzondering, en willen de meeste migranten helemaal niet hier blijven. “Zij kennen ook de economische situatie van Italië. Migranten zijn echt maar één tiende van onze problemen. Een totaal verouderd onderwijssysteem, te weinig jobs, corrupte politici – daar zouden de Italianen zich beter wat meer zorgen om maken.”

De migratiestroom is vandaag wel dé splijtzwam binnen de Europese Unie, werp ik op. Martina zucht diep, heft met enig gevoel voor drama haar handen boven haar hoofd. “Europa is zoals een rijke familie waarvan de kibbelende broers en zussen Kerstmis niet meer samen willen doorbrengen.”

Ahmed begrijpt niet waar Europeanen zich zo druk over maken. “Europa is zoals het leger: als één iemand valt, vangt de volgende in de rij hem op. Dat is toch prachtig? Misschien zijn Europeanen gewoon te verwend. Gevaarlijk, want pas als iets weg is, besef je de waarde ervan.”

Wanneer we vertrekken, staat Ahmed er op ons naar huis te begeleiden. Omdat hij geen vriendelijke bedanking aanvaardt, stappen we samen de metro op.

De oude nachtwaker in het station van Cimiano begrijpt het duidelijk niet helemaal. Hoort de jongeman met de gescheurde jeans bij ons? Ook wanneer ik hem bevestigend antwoord, blijft hij Ahmed in de gaten houden. Maar Ahmed houdt zijn kin hoog en kijkt niet om.

 

* Ahmed is een fictieve naam.