Katja en Julia werden in Rusland aangevallen om hun geaardheid: ‘We wisten: hier is geen toekomst voor ons’
Beeld: Tim Coppens
Meer dan vier miljoen asielaanvragen werden de voorbije vijf jaar in de Europese Unie ingediend. Honderdduizenden migranten komen jaarlijks hierheen om veilig te zijn voor vervolging en geweld, maar evengoed om gewoon zichzelf te kunnen zijn. We spraken met enkele van deze vrijheidszoekers. Hoe vergaat het deze nieuwe Europeanen; voelen ze zich eindelijk vrij? Meer uit de reeks ‘Vrijheidszoekers’ hier.
Katja en Julia (30 en 32) ontvluchtten drie jaar terug Rusland omwille van hun seksuele geaardheid. Ze wonen nu in Amsterdam en zijn getrouwd.
“We leerden elkaar zeven jaar geleden kennen tijdens een nachtje uit met vrienden in Jaroslavl. Ik was onder de indruk van Julia’s gevatte ironie. Haar humor was ongebruikelijk voor een meisje; of toch voor de meisjes die ik tot dan toe had leren kennen.”
Katja, met haar lange, golvende blonde haar en brede glimlach, is de flapuit van de twee. Maar hoewel Julia met haar korte paardenstaart en getatoeëerde armen op het eerste gezicht misschien een stuggere indruk maakt, is ze minstens even open.
Zonder enige terughoudendheid vertelt het koppel in hun sociale huurwoning op een van de kades in het kalme Amsterdam-Oost hun verhaal.
TEGEN DE NATUUR
Katja: “Ik kom uit een provinciestadje in het Russische vasteland, waar ik door mijn alleenstaande moeder werd opgevoed.
“Op school dacht ik dat ik een weirdo was. Er was nog geen internet, dus ik wist niet eens dat lesbisch-zijn bestond. Hoewel mijn moeder heel erg probeerde mijn vriendin te zijn, reageerde ze vol onbegrip toen ik haar vertelde dat ik me tot meisjes aangetrokken voelde. ‘Dat kan niet’, zei ze me, ‘het is tegen de natuur’.
Op mijn zeventiende vluchtte ik naar Jaroslavl. Langzaamaan verkende ik mijn seksualiteit, maar tegelijk leerde ik ook iedereen snel te screenen.”
Bij elke ontmoeting scande Katja mensen op hun tolerantie, probeerde razendsnel in te schatten of ze eerlijk kon zijn of beter vaag bleef. “Als verklaring voor het ontbreken van een vriend, verzon ik dan dat ik onafhankelijk wilde zijn, of de ware nog niet had ontmoet.”
“Zelfs veel van onze zogezegd ruimdenkende vrienden gingen ervan uit dat onze relatie gewoon een luchtige affaire van voorbijgaande aard was”, valt Julia haar vriendin bij, “want om uiteindelijk te settelen en kinderen te krijgen, heb je toch een man nodig; zo redeneerden ze.”
Zelf hield Julia haar geaardheid zo lang mogelijk voor haar ouders verborgen. Toen ze met Katja ging samenwonen, barstte de bom.
“Mijn vader is de stereotiepe militair; hij heeft in het Rode Leger gediend. Je kunt je voorstellen wat een schandaal mijn gedwongen coming-out veroorzaakte. Het heeft me veel bloed, zweet en tranen gekost, maar vandaag is tenminste met mijn moeder het contact genormaliseerd.”
ANTI-HOMOPROPAGANDAWET
Aanvankelijk beperkten de moeilijkheden van het lesbische koppel zich tot een teleurgestelde moeder of homofobe studiegenoot, “maar sinds juni 2013 had ineens de hele samenleving een probleem met ons”.
Oorzaak daarvan is de anti-homopropagandawet die president Poetin met goedkeuring van de Doema invoerde. De wet heeft als doel “het beschermen van kinderen tegen informatie die de ontkenning van traditionele familiewaarden propageert.”
Katja, die op dat moment haar master in de pedagogie aan het afronden was, werd vriendelijk verzocht de universiteit te verlaten. Als niet-heteroseksueel persoon mag je volgens die wet namelijk niet in officieel contact komen met kinderen, zeker niet als leerkracht.
Een donkere periode brak aan voor Katja. “Ik had mijn hele leven al uitgestippeld, over een plan B had ik tot dan toe niet eens nagedacht. Terwijl ik me omschoolde tot grafisch ontwerper deelden we Julia’s inkomen; we hebben een tijdlang op zwart zaad gezeten.”
VERDWIJNEN IN DE MASSA
Maar het verliezen van een onderwijscarrière is slechts de eerste dominosteen die door de invoering van de anti-homowet valt.
Julia: “De algemene attitude tegenover holebi’s ging erop achteruit, aangezien homofobie plots legaal werd. Toen we na een vakantie thuiskwamen, troffen we ons appartement volledig overhoop aan. Op de muren waren obscene woorden gekalkt. Waarschijnlijk hadden hooligans ontdekt dat we een koppel waren doordat de gordijnen van onze woonkamer op het gelijkvloers niet altijd gesloten waren.”
Zo verhuisde het koppel naar Moskou “om er te verdwijnen in de massa”, maar ook daar waren ze niet veilig voor vandalen.
Katja: “We dachten dat we in zo’n anonieme grootstad wel met rust gelaten zouden worden, maar in Moskou werd ook onze auto met obsceniteiten beklad. Het probleem is dat Russen te veel geven om wat hun buren in de bescheidenheid van hun slaapkamer doen.”
De spreekwoordelijke druppel was het fysieke geweld waarmee ze uiteindelijk te maken kreeg. Te veel details wilt Julia over die traumatiserende ervaring niet kwijt. “Toen we op het einde van een queer feestje de club verlieten, stond een groep hooligans ons op te wachten. Je hebt niet veel verbeelding nodig om te begrijpen wat daar gebeurd is.”
TULPEN, WIET EN HOMO’S
“Na die afranseling wisten we: hier is geen toekomst voor ons”, vertelt Katja. “Omdat we zo snel mogelijk weg wilden, sprongen we zonder plan op het vliegtuig naar Tel Aviv. Als Rus heb je voor die bestemming namelijk geen visum nodig, én moet je een overstap in Schiphol maken.”
Hoewel Katja en Julia nog nooit in Nederland, laat staan Europa, geweest waren, kenden ze wel de clichés. “Met al die tulpen, wiet en homo’s leek Nederland ons wel het meest tolerante land van de EU.”
“Toen we onszelf op Schiphol bij de politie aangaven, vreesden we dat ze ons terug zouden sturen. Maar de agent verwees ons gewoon vriendelijk door naar een gesloten vluchtelingencentrum in de buurt.”
Na twee weken al werd de asielaanvraag van Julia en Katja goedgekeurd, en na nog een dik half jaar in een ander, open centrum kregen ze een sociale woning in Amsterdam toegewezen.
NORMALE MENSEN
“Sindsdien ontwaak ik elke ochtend opgelucht dat het geen droom was, maar we wel degelijk in Nederland wonen”, zegt Julia. Nadat het koppel zich, met wisselend succes, door de Nederlandse taalklas voor beginners worstelde, zijn ze nu allebei aan het werk. Katja is brand designer voor een mediabedrijf, Julia werkt voor een vzw.
“Nederlanders schrikken vaak als ze horen dat wij vluchtelingen zijn. Vaak beseffen ze niet dat het écht zo moeilijk is voor lesbiennes in Rusland. Maar waarschijnlijk ook wel omdat wij, blanke meiden, niet in hun typische vluchtelingenplaatje passen; daar hoeven we niet flauw over te doen.”
Ondertussen zijn Katja en Julia ook getrouwd, “gewoon, omdat het kon”.
Katja: “Nu kan ik tegen mijn collega’s zeggen dat mijn vrouw thuis op me wacht. Het is fijn om eindelijk zoals normale mensen te kunnen leven.”
Julia: “We hadden niet meer durven wensen. We voelen ons zo vrij hier.”
Wanneer hun tijdelijke verblijfsvergunning van vijf jaar afloopt, plant het koppel de Nederlandse identiteit aan te vragen. Want de toekomst voor holebi’s in Rusland zien ze niet al te rooskleurig: “Het liefst van al blijven we voor altijd hier.”