Vrijheidszoekers: Kim Dong Nam

Kim Dong Nam vluchtte uit Noord-Korea: ‘Als dat echt het beste land ter wereld is, waarom lijden wij dan honger?’

Beeld: Tim Coppens
Meer dan vier miljoen asielaanvragen werden de voorbije vijf jaar in de Europese Unie ingediend. Honderdduizenden migranten komen jaarlijks hierheen om veilig te zijn voor vervolging en geweld, maar evengoed om gewoon zichzelf te kunnen zijn. We spraken met enkele van deze vrijheidszoekers. Hoe vergaat het deze nieuwe Europeanen; voelen ze zich eindelijk vrij? Meer uit de reeks ‘Vrijheidszoekers’ hier

Kim Dong Nam (60) uit Noord-Korea woont een jaar in Luxemburg en probeert internationale aandacht te verkrijgen voor de strafkampen waarin zijn zoon verdween.

 

Een slaperig dorpje in een van Europa’s slaperigste landjes: het is wel de laatste plek waar je een Noord-Koreaanse vluchteling verwacht. Precies daarom vroeg Kim Dong Nam asiel aan in Luxemburg.

Klein van postuur, maar met een plechtigheid die een kamer kan vullen, draagt Kim voor onze ontmoeting een grijs, geruit pak dat glimt alsof het voor het eerst gedragen wordt.

Kim Dong Nam is wel degelijk zijn echte naam. In tegenstelling tot de meeste ontsnapte Noord-Koreanen maakt hij geen gebruik van de nieuwe identiteit die Zuid-Korea hem bij zijn aankomst daar aanbood. “Ik heb toch niets meer te verliezen. Het ergste is me al overkomen.”

Dat zit zo: toen de Noord-Koreaanse overheid ontdekte dat Kim ontsnapt was, werd zijn zoon naar een van de beruchte politieke strafkampen verbannen. Hoewel het regime het bestaan van dergelijke concentratiekampen ontkent, zijn ze duidelijk te zien op satellietbeelden. Zeldzame getuigen die ontsnapten, berichtten over onmenselijke dwangarbeid, uithongering, verkrachting en openbare executies. Naar schatting 200.000 mensen zouden zo opgesloten zitten.

 

STIGMA

 

Toen Kim klein was, hadden zijn ouders een uiteraard streng gecontroleerde uitgeverij in een achterbuurt van Pyongyang. Hoewel ze hoofdzakelijk propaganda uitgaven, verscheen toen Kim vier was toch één boek dat niet naar de zin was van Kim Il-sung, de Grote Leider.

Zijn vader werd opgepakt. Hij heeft hem sindsdien nooit meer gezien of gehoord. Kim en zijn moeder werden naar een gehucht aan de grens met China verbannen. Aangezien Noord-Korea een ‘schuld door associatie’-systeem hanteert, moest Kim voor de rest van zijn dagen in de zogenoemde Democratische Volksrepubliek leven met het sociale stigma van misdadiger.

“Je rechten zijn sowieso erg beperkt in Noord-Korea, maar zogezegde misdadigers bungelen echt helemaal onderaan op de ladder. Zo mocht ik niet studeren en was zelfs het leger geen optie voor mij. Het enige wat overbleef, was zware fysieke arbeid. Mijn longen zitten nog steeds vol stof. Het was uiterst deprimerend om zo onvrij te zijn. Van mijn zelfbeeld bleef weinig over.”

 

PROEVEN VAN DE BUITENWERELD

 

Hoewel Kim een vrouw en twee kinderen had, haalde hij uit hun bescheiden, beperkte gezinsleven in de Noord-Koreaanse Volksrepubliek geen voldoening. Dat eerste sprankeltje levensvreugde voelde hij pas toen hij in contact kwam met Chinese vluchtelingen die in de jaren zeventig en tachtig naar Noord-Korea kwamen, dat toen welvarender was dan de Chinese grensstreek.

De gesmokkelde films en boeken die de Chinezen meebrachten, gaven Kims grauwe bestaan eindelijk een beetje kleur.

Toen in 1994 de Grote Leider stierf, beleefde Noord-Korea een economisch dieptepunt, waarvan het vandaag – mede door de internationale sancties – nog niet helemaal hersteld is.

“Toen pas stelde ik het systeem echt ter discussie. Als Noord-Korea het beste land ter wereld is, waarom lijden wij dan honger? Ik begreep dat de hele juche (staatsideologie van Noord-Korea, JA) onzin was, bedoeld om ons kalm te houden.

“Zonder dat mijn gezin ervan wist, begon ik geregeld de grens over te steken. In het begin om samen met vrienden van de buitenwereld te proeven, maar al snel om zelf te smokkelen. Ik belandde er even voor in de gevangenis, maar dat hield me niet tegen. Want eenmaal ik aan de overkant was geweest, wist ik: ik moet weg. Met het geld dat ik verdiende, kon ik sparen voor mijn ontsnapping.”

 

VLUCHT

 

“Met geld kun je alles regelen in Noord-Korea. De grenswachten regelden zelfs een taxi voor mij en mijn dochter om over te steken. Ook Chinese douaniers zijn zo corrupt als de pest. Maar veilig waren we pas toen we de doorsteek naar Mongolië gehaald hadden.”

Met dank aan het visumpact tussen Mongolië en Zuid-Korea kwamen Kim en zijn toen negentienjarige dochter op 4 mei 2007 in Zuid-Korea aan, na een zwerftocht van een klein jaar.

“Omdat vluchten met het hele gezin veel te gevaarlijk is, was het plan dat mijn vrouw en mijn zoon zouden nakomen. Maar mijn zoon, die niet wist dat we al in Zuid-Korea waren – omdat ook communicatie te link was – is in zijn eentje naar ons op zoek gegaan. Een van de Chinese grenswachten met wie hij sprak, werd kort daarna opgepakt en heeft hem, en mij, verklikt.”

 

 

ZONDE

 

Op 25 september 2009 werd Kims zoon in Hoeryeong, vlak bij de Chinese grens, door de geheime diensten van Noord-Korea gearresteerd. Vlak voor hij naar het strafkamp overgebracht zou worden, kon hij nog een laatste, illegaal telefoontje plegen. “Help me,” smeekte hij zijn vader, “het is hier verschrikkelijk, en het wordt enkel erger.”

Sindsdien is Kim elk spoor bijster. “Tussen 2009 en 2011 heeft mijn vrouw, die nog in Noord-Korea was, met alle macht geprobeerd te weten te komen of onze zoon nog leeft. Maar tevergeefs. Daarom heb ik haar eind 2011 opgedragen dringend naar Zuid-Korea te ontsnappen.”

Extreem schuldig voelt hij zich. “Het is alsof ik als vader de grootst mogelijke zonde heb begaan. Als ik de klok kon terugdraaien, dan zou ik bij mijn zoon blijven en niet ontsnappen.”

 

DOODSBEDREIGING

 

Kim voelt zich best eenzaam in het Luxemburgse vluchtelingenhuis waar hij op zijn verblijfsvergunning wacht. Zijn dochter en zijn vrouw, die zelf op het nippertje aan het strafkamp wist te ontkomen, wachten in Zuid-Korea. Als hij mag blijven, komen zij ook. “Dat is het plan. Maar ik weet niet of het zal lukken.”

De enige zin die Kim nog aan zijn leven kan geven, is zo veel mogelijk gehoor voor zijn verhaal vinden. Hoewel hij voor zijn zoon het ergste vreest, weigert hij zich zomaar neer te leggen bij het bestaan van de concentratiekampen.

“Hoewel mijn vrouw en dochter geen voorstanders zijn van mijn activiteiten voor de mensenrechten, blijf ik me engageren tot er eindelijk iets in beweging komt. Eerder was ik ook in Amerika, maar dat was toch te riskant. Plotseling ontving ik een anonieme doodsbedreiging via een Chinees chatprogramma. Een land dat geen enkele connectie met Korea heeft, is veiliger voor mij. Dat werd dus Luxemburg.”

 

VER-VAN-MIJN-BEDSHOW

 

Hoewel de recente dialoog tussen Trump en Kim Jong-un wereldnieuws is, moet Kim niets van die diplomatieke toenaderingen weten. “Al dat praten haalt toch niets uit. Amerika kan beter meteen binnenvallen. Enkel een oorlog kan dit nog oplossen.”

Nee, dan acht hij de kans groter dat Europa, het continent dat de democratie zo hoog in het vaandel draagt, hem kan helpen. Kim hoopt dat hij mensenrechtenorganisaties hier kan aanzetten tot het vrijkopen van Noord-Koreaanse gevangenen, zoals het Westen vroeger ook DDR-gevangenen vrijkocht.

“Maar tot nu toe merk ik weinig interesse. Het is alsof die concentratiekampen te ver weg zijn voor Europa. Mensen hier weten soms niet eens dat er een verschil bestaat tussen Noord- en Zuid-Korea.”

“Het voortdurende uitzoeken of mijn zoon levend dan wel dood is, heeft me helemaal uitgeput. Toch zal ik dit blijven doen tot de laatste dag van mijn leven. Omdat ik zijn vader ben.”